3. Het geraamde exploitatietekort, na aftrek van de hiervoor onder
1b bedoelde bijdrage van de aan de regeling deelnemende water
schappen, wordt over de deelnemende gemeenten omgeslagen naar
rato van het aantal inwoners op 1 Januari van het Jaar vooraf
gaande aan dat waarover de bijdrage verschuldigd is.
Artikel 27, eerste en tweede lid, wordt gelezen als volgt:
1. De deelnemers betalen bij wijze van voorschot jaarlijks vóór 16
Januari en vóór 16 Juli telkens veertig procent en vóór 16 decem
ber 20% van de in artikel 26, lid 1, sub b bedoelde bijdragen.
Kosten gemaakt door het samenwerkingsverband voor bepaalde deel
nemers kunnen rechtstreeks in rekening worden gebracht;
2. Indien de door de deelnemers verschuldigde bedragen niet op de
in lid 1 genoemde data zijn betaald, kan over het tijdvak der te
late betaling een rente in rekening worden gebracht, gelijk aan
de rente welke gedurende dat tijdvak door de Bank van Nederland
se Gemeenten voor rekening-courant-krediet wordt berekend.
Artikel 28, vijfde, zesde en zevende lid, wordt gelezen als volgt:
5. De vaststelling van de rekening strekt het dagelijks bestuur en
de in artikel 24 bedoelde ambtenaren tot ontlasting, behoudens
later in rechte gebleken onregelmatigheden;
6. Van het besluit van Gedeputeerde Staten omtrent de vaststelling
van de rekening geeft het dagelijks bestuur binnen één maand
na ontvangst er van kennis aan de deelnemers.
Artikel 264 van de gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
7. Een batig of nadelig slot der rekening wordt ten bate of ten laste
van de volgende dienst gebracht, tenzij het algemeen bestuur van
oordeel is, dat een batig slot geheel of ten dele aan de deel
nemers kan worden uitgekeerd of een nadelig slot ten laste van de
deelnemers behoort te worden gebracht, in het ene zowel als in
het andere geval naar rato van het aantal inwoners op 1 Januari
van het Jaar voorafgaande aan dat waarover de bijdrage verschul
digd is. Verrekening vindt plaats terstond na de ontvangst van de
in het zesde lid bedoelde kennisgeving.
Hoofdstuk XI
Artikel 31 tweede lid, wordt gelezen als volgt:
2. Na de inwerkingtreding van deze regeling zal een deelnemer geen
automatiseringsactiviteiten ondernemen dan wel door anderen doen
uitvoeren dan na gepleegd overleg met het dagelijks bestuur.
-6'
-7-