In de raadsvergadering van 28 januari j.l. is over de doelstelling
van de Stichting Filmhuis Teteringen en het toe te kennen subsidie
bedrag uitvoerig gediscussieerd. In deze discussie kwam tot uiting,
dat de aktiviteiten van de Stichting zich bewegen op sociaal-
cultureel terrein, dat de jeugdigen in haar aktiviteiten zouden
worden betrokken en dat te zijner tijd het Filmhuis als "service-
instituut" zou fungeren ten aanzien van verenigingen en andere
georganiseerde groepen. Onder andere georganiseerde groepen, mijn
heer de voorzitter, resulteren ook groepen als bejaarden. Het door een
meerderheid van de raad op 28 januari j.l. vastgesteld subsidie
bedrag was dan ook afgestemd op deze uitgangsstelling c.q. aktivi
teiten. Het toegekende subsidiebedrag tot maximaal 1.500,
moest -gelet op de huidige groei en ontwikkeling van het Filmhuis
voldoende zijn. Het bevreemdt onze fraktie dan ook, dat reeds 3
weken na de raadsvergadering, waarin het subsidiebedrag werd vast
gesteld, een verzoek wordt gericht aan burgemeester en wethouders
om te bevorderen dat wederom een subsidie wordt toegekend. Wij
signaleren slechts, dat het voorgestelde subsidiebedrag in Uw
pre-advies ons inziens dan ook niet anders moet worden gezien dan
een verhoging c.q. aanvullend bedrag op het reeds toegekende -en
uitvoerig bediscusieerde- subsidiebedrag van 1.500,vastgesteld
in de raadsvergadering van 28 januari j.l..
Wethouder Oomen konkludeert, dat de heer Schreinemachers en de heer
van Overveld elkaar wederzijds een antwoord hebben gegeven. Hij zegt,
dat niet het College, doch de Raad bij meerderheid heeft besloten
tot halvering van het bedrag, gevraagd bij het eerste subsidiever
zoek. Door de Stichting is overigens al eens een filmvoorstelling
voor een aparte groep gegeven.
De Voorzitter zegt in de vorige vergadering duidelijk gesteld te
hebben, dat het College niet voornemens was terug te komen op een
eerder genomen besluit. Naar zijn mening gebeurt dit thans dan ook
niet. Naast het voornemen van de Stichting, zo vervolgt de Voorzitter,
om films van cultureel kwalitatief hoog gehalte te brengen, heeft
zij de wens geuit om extra aktiviteiten voor bejaarden en jeugd te
verzorgen, indien de financiële ruimte daarvoor aanwezig was. Door
een gedeeltelijke honorering van het eerste subsidieverzoek is de
financiële ruimte zó teruggebracht, dat dit streven niet meer ver
wezenlijkt kan worden. Dit alles heeft tot dit serieuze voorstel
geleid, nu de Stichting subsidie vraagt om die extra aktiviteiten
toch mogelijk te maken.
-9-
-10-
