Raadsvergadering 22 april 1975* Agendanr. 14 Voorstel tot het vaststellen van het bedrag per leerling voor 1974. Teteringen, 16 april 1975» Aan de Raad, Volgens de Lager-onderwijswet 1920 moet Uw Raad voor 1 maart van elk jaar het bedrag vaststellen, dat dat jaar beschikbaar wordt gesteld ter bestrijding van de exploitatiekosten van de basis scholen (het z.g. bedrag per leerling). Vóór 1973 werd bij af wezigheid van openbaar onderwijs jaarlijks een bedrag per leer ling vastgesteld uitsluitend voor de bijzondere (katholieke) scholen (artikel 101, lid 5? her wet). Op 1 oktober 1972 is de openbare basisschool De Springplank van start gegaan. Dit had tot gevolg, dat vanaf 1973 mot toe passing van artikel 55 bis, lid 1, der wet een bedrag per leer ling voor deze school zou moeten worden vastgesteld, \^elk bedrag in het kader van de financiële gelijkstelling tussen openbaar en bijzonder onderwijs gelijkelijk zou toekomen aan de bijzondere scholen. Aangezien het voor 1973 berekende bedrag per leerling voor De Springplank vanwege het beperkte aantal leerlingen aan zienlijk afweek van het bedrag, dat voor de in normale omstandig heden verkerende bijzondere scholen voldoende moest worden ge acht, werd de Minister van Onderwijs en Wetenschappen met toe passing van artikel 55 quater der wet verzocht (raadsbesluit van 27 februari 1973) om De Springplank buiten aanmerking te laten bij de vaststelling van het bedrag per leerling voor 1973? welk verzoek door de Minister werd ingewilligd. Als gevolg van deze procedure werd toen net als voorheen met toepassing van artikel 101, lid 5? her wet alsnog een bedrag per leerling voor de bijzondere scholen vastgesteld 190,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 46