b. voor alle afdeling 30,per bespeeld instrument per jaar;
c. voor alle afdelingen jaarlijks 30% van de kosten van de
dirigent;
d. voor alle afdelingen een bijdrage voor deelneming aan kon-
koersen van 300,per konkoers.
Artikel 3
Artikel IV luidt met ingang van 1 januari 1974 als volgt:
Het subsidie bedraagt voor tamboerkorpsen:
a. voor een gezelschap, op een nationaal konkoers geklasseerd in
de jeugdafdeling of de 3e of 2e divisie
met 8 tot en met 15 werkende leden 300,per jaar
met 16 tot en met 25 werkende leden 400,per jaar
met 26 tot en met 35 werkende leden 500,per jaar
met 36 tot en met 45 werkende leden 600,per jaar
met 46 of meer werkende leden 700,per jaar
voor een gezelschap, op een nationaal konkoers geklasseerd in
de 1e of eredivisie:
met 8 tot en met 15 werkende leden 600,per jaar
met 16 tot en met 25 werkende leden 700,per jaar
met 26 tot en met 35 werkende leden 800,per jaar
met 36 tot en met 45 werkende leden 900,per jaar
met 46 of meer werkende leden 1.000,per jaar
b. voor alle afdelingen 15»per bespeeld instrument danwel per
majorette per jaar;
c. voor alle afdelingen jaarlijks 25% van de kosten van de instrukteur
d. voor alle afdelingen een bijdrage voor deelneming aan konkoersen
van 250,per konkoers.
Artikel 4
Artikel IV luidt met ingang van 1 januari 1975 als volgt:
Het subsidie bedraagt voor tamboerkorpsen:
a. voor een gezelschap, op een nationaal konkoers geklasseerd in de
jeugdafdeling of de 3e of 2e divisie
met
8
tot
en
met
15 v/erkende
leden
400,—
per
jaar
met
16
tot
en
met
25 werkende
leden
500,—
per
jaar
met
26
tot
en
met
35 v/erkende
leden
600,—
per
jaar
met
36
tot
en
met
45 werkende
leden
700,—
per
jaar
met
46
of meer werkende leden
800,—
per
jaar