- 10 -
De raden, respectievelijk de colleges van burgemeester
en wethouders en de burgemeesters van de aan de Regeling
Stadsgewest Breda deelnemende gemeenten, ieder voor zo
veel hun bevoegdheden betreft;
gezien het advies van de gewestraad van het Stadsgewest
Breda betreffende de wijziging van de Regeling Stadsge
west Breda, van 28 februari 1975
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen;
besluiten:
i
I. vast te stellen de eerste wijziging van de Regeling
Stadsgewest Breda, luidend als volgt:
Artikel I
In het besluit van de Regeling Stadsgewest Breda, onder
punt I worden de woorden "in te trekken" gewijzigd in
"op te heffen". In het besluit van de Regeling Stadsge
west Breda, onder punt II, wordt na de woorden: "de vol
gende gemeenschappelijke regeling aan te gaan", gelezen
als volgt: onder erkenning dat op' grond van de thans
voorliggende studies de samenhang, het draagvlak en de
toekomstige ontwikkeling in West-Brabant de bevordering
en totstandkoming van een gewest West-Brabant rechtvaar
digen:
Artikel II
In artikel 3, wordt het woordje "ten" gewijzigd in "tot".
Artikel III
Artikel 4, eerste lid wordt gelezen als volgt:
"1. Het stadsgewest draagt zorg voor:
a. behartiging van gemeenschappelijke belangen op
het gebied van de ruimtelijke ordening;
b. samenwerking met betrekking tot ontwikkelings
programmering
c. verdere samenwerking met betrekking tot het op
stellen van plannen betreffende de in dit arti
kel genoemde belangen, voor zover daaraan naar
het oordeel van de gewestraad behoefte bestaat".
Artikel IV
In artikel 6, eerste lid, onder f, wordt "vier" gewij
zigd in "acht". In artikel 6 wordt het huidige lid twee
gelezen als volgt:
"2. De ingevolge het eerste lid door de raden aan te
wijzen leden kunnen niet zijn wethouders".
Jvrtikel V
In artikel 7 worden de huidige leden 3, 4, 5 en 6 ver
nummerd tot 4, 5, 6 en 7 en toegevoegd wordt een nieuw
lid. 3, luidend als volgt: