12Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet voor de
uitbretdlnp; van het aantal fietsenklemmen voor De Springplank
Zonder diskussie en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders.
13Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld in arttkel
72 van de Lager-onderwiJswet 1920 ten behoeve van het ver
vangen en aanschaffen van brandpreventieve voorzieningen in de
Helder Camaraschool
Zonder diskussie en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten
overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders.
14Voorstel tot het vaststellen van het bedrag per leerling voor
1974.
Raadslid Braat vraagt of er verschil bestaat tussen de kosten
van het openbaar- en bijzonder onderwijs, voor zover die ten
laste van de gemeente komen.
De Voorzitter noemt als enig verschil, dat de oudercommissie
van de openbare scholen zijn kosten bij de gemeente in rekening
kan brengen en de oudercommissie van de bijzondere scholen
niet.
Raadslid Braat zegt hieruit te konkluderen, dat dit gunstiger
uitvalt voor de openbare scholen, en dat de kosten van het
openbaar en bijzonder onderwijs overigens parallel lopen. Nu
het bedrag voor 1974 voor de openbare school hoger ligt dan
het bedrag, dat eerder voor de bijzondere scholen v^as vastge
steld, is dit gunstig voor het bijzonder onderwijs.
De Voorzitter zegt, dat dit voor 1974 niet het geval is, omdat
bij de eerste vaststelling van het bedrag per leerling aan het
schoolbestuur was toegezegd, dat de Raad alsnog een voorstel
tot verhoging zou worden gèdaan, indien kostenstijging daartoe
zou noodzaken. Dit was in 1974 duidelijk het geval ten aanzien
van de kosten van verwarming en van schoonhouden, tengevolge
waarvan het bedrag per leerling op ongeveer hetzelfde bedrag
uitgekomen zou zijn als thans wordt voorgesteld.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders.
-9-
-10-