De Raad van de gemeente Teteringen;
gelezen het voorstel van "burgemeester en wethouders van
18 juni 1975;
gelet op de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers;
BESLUIT:
vast te stellen de navolgende
VERORDENING TOT TWEEDE WIJZIGING
VAN DE "UITKERINGS- EN PENSIOEN-
VERORDENING WETHOUDERS VAN TE'TERINGEN"
ARTIKEL I
In de "Uitkerings- en pensioenverordening wethouders van
Teteringen" worden de navolgende wijzigingen aangebracht:
A. Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:
a. In lid 1 worden tussen de woorden "laatstelijk" en "wet
houder" ingevoegd de woordenzonder wezenlijke onderbreking.
b. Aan lid 1 wordt een volzin toegevoegd, luidende:
Indien de belanghebbende ten tijde van zijn aftreden als
\<;ethouder de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt en hij ten
minste tien jaren zonder wezenlijke onderbreking wethouder
is geweest, wordt hem na afloop van de periode bedoeld in de
vorige volzin, een uitkering toegekend tot het bereiken van
de 65-jarige leeftijd.
c. De leden 2 en 5 worden vernummerd tot leden 5 en
d. Tussen lid 1 en het nieuwe lid 3 wordt ingevoegd een nieuw
lid 2, luidende:
2. De Raad beslist of een onderbreking als wezenlijk moet
worden beschouwd. Van een zodanige onderbreking is geen
sprake, indien deze ten hoogste twee maanden heeft ge
duurd
e. Lid T (nieuw) vervalt