_/p_
verordening toegekend eigen pensioen beperkt tot een zodanig
gedeelte (beperkingsbreuk) van het bedrag van 64.683,—
als evenredig is aan de verhouding waarin elk der krachtens
deze verordening toegekende pensioenen staat tot het totaal
van de pensioenen.
2. Indien het bedrag van een of neer van de in het vorige lid be
doelde pensioenen big berekening naar de maximaal in aanmerking
komende diensttijd hoger is of zou zijn dan het in dat lid
1
genoemde bedrag van 64.683,treedt dat hogere bedrag
of het hoogste van die bedragen voor de toepassing van het
i
vorige lid in de plaats van het bedrag van 64.683,
3. Onder een pensioen krachtens een andere regeling wordt in dit
artikel verstaan een pensioen, een daarmede in aard. overeen-
W komende uitkering, alsmede een onderstand bij wijze van pen
sioen ten laste van het Rijk, een provincie, gemeente of
waterschap, van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, van het
Spoorwegpensioenfonds en van de Stichting Administratie
Indonesische Pensioenen, dan wel ten laste van Suriname, de
Nederlandse Antillen, of een publiekrechtelijk lichaam in een
van deze landen of een door het openbaar gezag in een van deze
landen ingesteld fonds, met inbegrip van de daarop onder welke
benaming ook verleende toeslagen en met uitzondering van een
pensioen krachtens de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945
(Stb. 1947, H 3^3) en de V/et buitengewoon pensioen zeelieden
oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Stb. 1947, H 420), van een
invaliditeitspensioen met de daarop toegekende verhogingen
krachtens een vroegere militaire pensioenwet in de zin van de
Algemene militaire pensioenwet, van een invaliditeitspensioen,
een invaliditeitsverhoging en een bijzondere invaliditeitsver-
hoging krachtens laatstgenoemde wet, alsmede van een uitkering
krachtens de Algemene oorlogsongevallenregeling.
4. Na beperking van een eigen pensioen volgens het eerste en
tweede lid wordt de toegepaste beperkingsbreuk slechts gewijzigd
wanneer een pensioen, als in dit artikel bedoeld, wordt toege
kend of eindigt dan wel -anders dan wegens aanpassing overeen
komstig de regelen vastgesteld bij de algemene maatregel van
bestuur, bedoeld in artikel 105 van de Algemene pensioenwet
politieke ambtsdragers en daarmede overeenkomende artikelen in
andere pensioenwetten- wordt herzien.
1) Deze bedragen gelden per 1 januari 1970.