Raadslid Joosen zegt nogmaals terug te willen komen op de
kwestie rond "*t Web". Hij vindt de notulering dienaangaande te
eenzijdig, te vaag en te onvolledig geregistreerd. Voorts zegt
hij spinnijdig te zijn naar aanleiding van de door mevrouw van
Westhreenen-Herlaar in de vorige vergadering gebezigde uitlating:
"Zo de waard is, vertrouwt hij zijn gasten". Hij kan deze
uitlating niet anders opvatten dan als een persoonlijke beledi
ging. Hij wil aannemen, dat een en ander niet zo is bedoeld.
Hij wil mevrouw van Westhreenen-Herlaar in de gelegenheid stellen
in het openbaar haar excuses aan te bieden. Verder zegt hij,
dat in de notulen is vermeld, dat er geen sprake is van mis
standen bij de exploitatie van "'t Web". In dit verband over
handigt hij de voorzitter een schriftelijke verklaring van de
"Heikneuters", waaruit het tegendeel blijkt. Deze karnavals-
vereniging verklaart immers, dat het "Webbestuur" haar een
premie van 750en gratis twee muziekbands heeft aange
boden, op voorwaarde dat de festiviteiten rond het 10-jarig
jubileum van de Vereniging in "'t Web" zouden plaatsvinden.
De Voorzitter zegt deze verklaring ter sprake te zullen brengen
in het gesprek, waarover in de vorige vergadering mededeling
is gedaan. Verder zegt hij, dat het de bedoeling is in de
notulen een zakelijk verslag van de vergadering weer te geven.
Naast de notulering van de eigenlijke besluiten worden slechts
de belangrijkste gegevens, die in de diskussie hebben bijge
dragen tot de besluitvorming, opgenomen. Er wordt dus geen
woordelijk verslag gemaakt. Hiertoe heeft de gemeenteraad inder
tijd besloten. Voorts zegt hij zelf nog een opmerking te wil"~n
maken over het op pagina 7-, regel 14, vermelde werkwoord
"moeten". Dit dient gewijzigd te worden in het woord- "moet".
•Raadslid van Westhreenen-Herlaar zegt, dat haar verzocht wordt
.om een reaktie te geven. Na de vorige raadsvergadering heeft
de heer Joosen haar al meegedeeld, dat haar opmerking zijn
misnoegen had opgewekt. Wellicht had zij beter een ander spreek-
woord kunnen gebruiken. Zij zegt, dat de opmerking beslist
niet zo persoonlijk bedoeld was. Naar haar mening zijn er in
het verleden genoeg aantijgingen gedaan, die niet letterlijk
genotuleerd zijn. Zij zegt aan het verzoek van de heer Joosen
te willen voldoen om in het openbaar haar excuses aan te bieden.
Deze worden door de heer Joosen aanvaard.
-2-
-3-