-2-
De Heer Joosen vraagt of in deze ook gedacht is aan de heer de Kanter.
De Voorzitter antwoordt op deze vraag bevestigend en zegt, dat hij wel met
de heer de Kanter daarover wil praten. Er is naast de heer de Kanter ook
nog een andere Teteringse kandidaat, merkt hij op.
De heer van Overveld zegt het op prijs te stellen wanneer met de heer de
Kanter een gesprek daarover plaatsvindt.
De Voorzitter zegt, dat hij met de heer de Kanter kontakt zal opnemen.
De heer Engelen vraagt of de te bouwen hal enkel gebruikt zal worden voor de
tennissport of dat een meerzijdig gebruik wordt voorgestaan (hij denkt naast
tennis aan badminton, zaalvoetbal, zaalhockey enz.).
De Voorzitter antwoordt hierop, dat er met de exploitant over kan worden
gesproken welke sporten er tenminste dienen te worden ondergebracht.
Moeilijker wordt het wanneer men daaromtrent voorwaarden gaat stellen.
Niet uit het oog mag n.l. worden verloren, dat de exploitatie voor de
partikuliere eigenaar/beheerder rendabel moet zijn.
De Voorzitter deelt verder mede, dat de heer van Harskamp zich ook voor het
bouwen van deze sporthal heeft gewend tot de gemeenten Oosterhout en Breda.
De gemeente Oosterhout is voornemens hem een perceel toe te wijzen op het
industrieterrein en de gemeente Breda heeft nog geen beslissing genomen.
De heer van Overveld merkt naar aanleiding daarvan op, dat het fijn zou zijn
te weten waarom Oosterhout en Breda weifelen en vraagt zich af waarom de
heer van Harskamp zo'n haast heeft.
De Voorzitter deelt daarop mede, dat de heer van Harskamp geldmiddelen heeft
vrijgekregen door verkoop van de sporthal in Soest. Om belastingmoeilijkheden
te voorkomen is hij verplicht om opnieuw te investeren, vandaar zijn haast.
Daarop aansluitend zegt de Voorzitter bij de burgemeester van Soest
inlichtingen omtrent de heer van Harskamp te hebben gevraagd. Deze informaties
worden afgewacht, aldus de Voorzitter.
De heer Joosen merkt naar aanleiding daarvan op, dat wanneer de heer van
Harskamp moeilijkheden heeft gehad met de burgemeester slechte informaties
kunnen worden verstrekt, terwijl hij toch een goed zakenman kan zijn.
De heer Engelen is van mening, dat het doel waar het om gaat duidelijk moet
worden vastgelegd; dan kan er weinig misgaan.
De Voorzitter deelt daarop mede, dat omtrent de heer van Harskamp een gewoon
antecedenten onderzoek plaatsvindt.
-3-