De heer Engelen zegt, dat een en ander aan hem doorgegeven is. Hij zegt
dit persoonlijk met de heer Oomen te hebben besproken.
Burgemeester Aarts zegt ernstige bezwaren te hebben tegen de inhoud van de
brief, door mejuffrouw Tijs gericht aan raadslid Joosen. Voor de beantwoording
van mejuffrouw Tijs geeft hij het woord aan wethouder Oomen.
Wethouder Oomen zegt, dat het onjuist is, dat hij het verzoek van mejuffrouw
Tijs zo maar ter zijde heeft gelegd. Hij zegt er over gesproken te hebben
met raadslid Engelen, met de secretaresse van het Comité, mevrouw Aarts, en
dat een en ander geen onderwerp van bespreking heeft uitgemaakt in Comité
M'75. Dit vindt zijn oorzaak hierin, dat het Comité daarover eerst morgen
vergadert. Mejuffrouw Tijs heeft zich dus danig vergist. Wat zij verder
voor aantijgingen heeft of bezwaren tegen zijn deskundigheid, laat hij voor
haar rekening.
Mejuffrouw Tijs zegt toch verbaasd te zijn, dat subsidiegelden op deze wijze
worden besteed.
Burgemeester Aarts zegt, dat het Comité over een en ander morgen vergadert.
Mejuffrouw Tijs had beter het resultaat van deze vergadering kunnen af
wachten.
Raadslid Engelen zegt prettig met de heer Oomen over een en ander van
gedachten te hebben gewisseld. De heer Oomen had hem toegezegd deze kwestie
te bestemder plaatse te zullen voorbrengen. Spreker is van mening, dat
de onderhavige brief wat voorbarig geschreven is.
De heer Roijackers zegt, dat er al een aantal maanden geleden door hem
gesproken is over kuilen in de bestrating van het Moleneind. Als de zieke
bomen langs het Moleneind gekapt worden, vindt er dan nieuwe aanplant plaats?
Wethouder Gerits zegt, dat de bomen, die gekapt moeten worden, zeker ver
vangen zullen worden. Aan de kuilen in het wegdek zal aandacht worden besteed.
De heer A. van der Veeken vestigt er de aandacht op, dat er langs een
aantal wegen distels voorkomen, nu de bermen niet gemaaid zijn.
Burgemeester Aarts zegt, dat minstens de distels verwijderd zullen worden.
De heer van de Wiel merkt op, dat een groot aantal vreemdelingen deze
vergadering heeft bijgewoond. Hij zou het jammer vinden, wanneer zij de
indruk zouden hebben gekregen, dat iedere raadsvergadering zo verloopt.
Hierna sluit burgemeester Aarts het vragenhalfuur
