Vormingswerk en ik zou er prijs op stellen om dat middels een kleine aanvulling
ook in de notulen terug te vinden. Ik zou de volgende redaktiewijziging willen
voorstellen om de zin te eindigen of na "beoordelen" een komma te zetten en dan
er aan toe te voegen: vanwege de gevoeligheid bij dit werk voor invulling vanuit
wereld- en maatschappijbeschouwing.
De Voorzitter: Nou gebruikt U moeilijke woorden, dat moet ik even: vanwege de
Raadslid van Overveld: gevoeligheid bij dit werk voor invulling vanuit wereld- en
maatschappijbeschouwing. Ik heb het niet letterlijk zo gezegd, maar met andere
bewoordingen dit bedoeld. De Voorzitter: voor invulling vanuit, Raadslid van
Overveld: wereld- en maatschappij beschouwing. De Voorzitter: wereld streepje
en maatschappijbeschouwing. Dat was het, mijnheer van Overveld, dan heb ik
mevrouw van Westhreenen.
Raadslid van Westhreenen-HerlaarJa, het is meer een redaktiewijziging, op
pagina 2 van het verslag van het vragenhalfuurDe Voorzitter: Daar komen we
direkt op terug. Raadslid van Westhreenen-Herlaar: Daar komen we zo, sorry.
De Voorzitter: Dan mag ik U doorhalen, hier? De heer Joosen?
Raadslid Joosen: Op pagina 2 van de rondvraag van de publieke tribune.
De Voorzitter: Daar kom ik direkt op terug, mijnheer Joosen. De publieke tribune
komt direkt even. Ik wil graag eerst de notulen vaststellen. De aanvulling, zoals
de heer van Overveld die gegeven heeft"vanwege de gevoeligheid bij dit werk voor
de invulling vanuit wereld- en maatschappijbeschouwing" kan die de goedkeuring
van de raad wegdragen? Iedereen het daarmee eens? Dan worden de notulen als
zodanig aangevuld, in de notulen van deze vergadering gebeurt dat dan, het zal
bijgeschreven worden, dan worden de notulen vervolgens vastgesteld onder dank
zegging aan de samenstellers.
Dan heb ik al twee raadsleden genoteerd voor het vragenhalfuur. Nog meer mensen
voor het vragenhalfuur?
Zo niet, dan mevrouw van Westhreenen, ik moet overigens, mag ik één opmerking
vooraf maken? Op pagina 2 bovenaan, daar staat de heer Brouwers en dat moet
mijnheer Bouwmeester zijn. Mevrouw van Westhreenen-Herlaar: Dat was het.
De Voorzitter: De opmerking betreffende de verkoop van partikulieren aan huis,
die is gemaakt door de heer Bouwmeester en niet door de heer Brouwers. Maar dat
was Uw beider opmerking waarschijnlijk? Dus dan wordt dan mag daarmee dit verslag
mag voor kennisgeving worden aangenomen.
Ingekomen stukken
I. van Gedeputeerde Staten:
a. goedkeuring van de 76e wijziging van de begroting 1974 van de algemene
dienst;