De Voorzitter: waarom is dit niet opgenomen in de concept-statuten? Raadslid Braat:
concept, sorry, concept-verslag van de notulen.
De Voorzitter: Mag ik in eerste aanleg het raadslid Braat beantwoorden en zijn
laatste vraag is dan de meest makkelijke, dat moet ik er onmiddellijk bij zeggen:
we hebben een stuk concept-notulen van de Commissie Planologische Maatregelen
hebben we aan Uw Raad toegestuurd, omdat U dat nodig heeft voor de besluitvorming
in Uw Raad op agendapunt 5. Wij gaan geen, normaliter verzenden wij geen verslagen
van commissies, tenzij vastgesteld. Dus we hebben U geen verslag, geen concept-
verslag gedaan van hetgeen daar meer besproken is in de planologische commissie,
aangezien dit niet aan de orde is. Wat we nodig hebben van de Commissie, dat is
inderdaad een advies inzake agendapunt 5. Dat is de reden waarom. Ik heb, ik moet toch
enige verbazing uitspreken wanneer de heer Braat hier namens de leden van de
Sportadviescommissie sprekend zegt, dat zij allen hun teleurstelling er over uit
spreken, ik moet daar bepaald mijn verwondering over uitspreken, dat de
commissie niet gehoord is. Ik vind, dat een merkwaardige zaak, ik zou kunnen ver
onderstellen, dat de heer Joosen dat dan zelf gezegd zou hebben, zijnde een aan
wezig raadslid hier en kunnende spreken mede vanuit de Sportadviescommissie. Ten
tweede zou ik me voor kunnen stellen, dat ook de niet-raadsleden, leden van deze
commissie, dat die dan of de voorzitter van deze commissie of mij daarvan in
kennis gesteld zouden hebben. Ik vind dat een wat jammere zaak, dat het op deze
wijze hier komt. Een tweede opmerking is de volgende: De heer Braat zegt van: de
commissie is helemaal niet op de hoogte gebracht. Ik moge er uitdrukkelijk op wijzen,
dat de leden van de Sportadviescommissie allen uitgenodigd zijn voor de informa
tieve vergadering van 9 augustus of wanneer het geweest is, 9 juli. Als een
gemeenteraad vergadert en er kunnen leden niet aanwezig zijn om welke reden dan ook,
dan wil dat niet zeggen, dat op dat moment de gemeenteraad niet meer kan ver
gaderen. Hetzelfde geldt in principe voor de commissie. Ik moet U dan ook zeggen,
dat het mij goed deed, dat een van de leden van de commissie na zijn vakantie
mij opbelde en zei van: luister eens, burgemeester, ik heb een brief aangetroffen;
uitnodiging voor de commissie; ik was op vakantie, maar wat was er nou aan de hand?
Ik heb hem uitdrukkelijk en volledig informatie gegeven op dat moment. Dat vind ik
juist. U zegt: de commissie dient te adviseren in gevallen, waarin besluitvorming
ten aanzien van sportaccommodatie plaatsvindt. In principe ben ik het daar volledig
mee eens. Mijn stelling is: dat waar de commissieleden genodigd zijn bij een ver
gadering waar informatie verstrekt is aan de raad over een overigens naar onze mening
vrij duidelijke kwestie van bouw je een sporthal, ja of neen, als je daar de kans
toe krijgt in Teteringen, dan is de unanieme mening: het is ja. Dat de aanwezig
heid van de leden van de commissie, op dat moment al of niet aanwezig, dat kan
nauwelijks van invloed zijn op de voortgang van besluitvorming. Ik moge U daar
overigens bij zeggen, dat in het Statuut van de Commissie daar staat niet alleen:
gevraagd advies geven, maar ook ongevraagd advies geven. Als de leden van die
commissie dan zó teleurgesteld waren, dan zou ik hebben kunnen veronderstellen