kunnen de leden van de commissie zelf niet spreken. Hadden die mij voor deze
raadsvergadering niet op kunnen bellen van: voorzitter, u zit straks in de raad,
maar wat hebt u nu gedaan. Waarom reageren deze leden niet ten aanzien van mij?
Waarom reageren deze leden wel ten aanzien van een willekeurig lid van de sport-
adviescommissie? Ik dacht, dat de eerstaangewezene om te reageren zou zijn
rechtstreeks bij de voorzitter van deze commissie wethouder Gerits en als u
daar geen gehoor krijgt dan belt u de burgemeester op en die zal dan ook wel zien.
Ik moet tot mijn verbazing konstateren, dat niemand mij opgebeld heeft, niemand
mij van enig misnoegen heeft laten blijken, en dat hier op dit moment door het
raadslid Braat hier namens al die leden van de SportadviescommissieBent u het
erover eens, hebt u er over geklaagd, meneer Joosen?
Raadslid Joosen: Ik heb er helemaal niet over geklaagd. U kunt net zo vlug en
net zo hard praten als u wilt, maar dat is nog geen teken dat u gelijk hebt. U
weet donders goed, dat het hier geen fair spel is. Als ik dus 14 dagen van te
voren al zie, wie dat er hier tennisbanen gaan verhuren, dan heb ik er geen
behoefte aan om de burgemeester de gelegenheid te geven om het spelletje mooi
recht te praten. En daarom hebben we gezwegen en daarom ben ik bij mijn collega
Braat geweest en heb dus de sportraad gedaan.
De Voorzitter: Mijnheer Joosen, ik zou toch een paar zaken zou ik een klein beetje
het zeer rechte willen houden. Ik meen dat ik alle informatie en ik wil u
nogmaals rustig alle informatie doen, ik heb in de informatieve raadsvergadering
u volledige informatie gegeven. Ik geef u nu wederom zo volledig mogelijk
informatie. U kunt met mij er over praten.
Raadslid Joosen: U hebt de Sportraad helemaal genegeerd.
De Voorzitter: U kunt hier spreken.
Raadslid Joosen: U hebt alle beslissingen al genomen en u hebt de Sportraad
helemaal genegeerd en anders niet. Dat kunt u niet recht praten.
De Voorzitter: Mijnheer Joosen, ik vind het toch wel jammer worden, wanneer U
inderdaad aan mijn adres insinuaties gaat plaatsen. Want dit zijn louter
insinuaties. Daar ga ik ernstig bezwaar tegen krijgen.
Raadslid Joosen: Ik kan het moeilijk tegen de pastoor doen.
De VoorzitterIk ga er ernstig bezwaar tegen krijgen als we hier in een sfeer
van insinuaties terecht zouden komen. Daar heb ik ernstig bezwaar tegen en dat
vind ik geen juist formuleren van een Raad. De enige opmerking, die ik aan
.Braat
het adres van de heer/maak, is deze: voor alle duidelijkheid nogmaals gezegd:
Wanneer de leden van de sportadviescommissie menen, dat ze ten onrechte gepasseerd
zouden zijn in deze zaak, dat ik dan niet anders verwacht, dan dat deze leden
van de sportadviescommissie kontakt opnemen met hun voorzitter i.e. de wethouder
en als ze dat niet doen, dat ze dan kontakt opnemen met mij. Ik heb ook gezegd,
dat één lid van de sportadviescommissie, niet zijnde een raadslid, dat dat mij
na zijn vakantie opgebeld heeft en gezegd: voorzitter, hoe zit dat, wat is er aan
de hand?