-14-
Ik het het verhaal verteld en wanneer nu, in deze raadsvergadering dan, bij monde
van een lid van de sportadviescommissiedeze klacht op tafel zou komen, dan moet ik
u zeggen, dat ik van het funktioneren van de sportadviescommissie niet zo erg
veel meer begrijp. Dat is de hele zaak. U bent als lid van de sportadviescommissie
mede aanwezig geweest tijdens de informatieve raadsvergadering, dus ik neem aan, dat
u niet kunt klagen, dat u niet geïnformeerd bent, want dat bent u wel.
Raadslid Joosen: Geweldig. De Voorzitter: De heer Braat was op vakantie, maar
vakantie van een raadslid kan niet inhouden, dat de raad niet vergadert. Vakantie
van raadsleden op het moment, waarop het quorum niet bereikt zou zijn, houdt in,
dat de raad niet kan vergaderen. Zolang het quorum wel bereikt is, vergadert de
volledige raad en is de raad ook inderdaad bevoegd en compleet. En ik neem aan,
dat raadsleden, die dan niet aanwezig zijn en dat is dan, wat ik net aan de heer
van Overveld gegeven heb, dat de raadsleden, die dan niet aanwezig zijn, dat die
dan komen vragen: Wat is er aan de hand geweest? En dan zal ik het ze allemaal
vertellen. Ik maak er overigens toch wel ernstig bezwaar tegen als de heer Joosen
hier met duidelijke insinuaties aan de gang gaat komen. Dat zijn zaken, die ik
toch niet zo gemakkelijk laat passeren. Daar moet ik u echt voor waarschuwen. Aan
het adres van de heer Braat: Zijn eerste opmerking zou ik dus willen zeggen van:
Waarom spreken de leden van de sportadviescommissie niet voor zichzelf, waarom komen
ze zelf. Raadslid Braat: Ze hebben mij gevraagd om als spreekbuis te fungeren,
voorzitter, dat is heel simpel. Zo simpel ligt dat. De Voorzitter: Ik vind, dat
een heel merkwaardige gang van zaken. Ik zou verwachten, dat men voor zichzelf kon
spreken. De heer Braat, die zegt vervolgens: Ja, het is niet aan de orde, dus
eigenlijk hoeven we er niet over te spreken. Vervolgens zegt hij: Ja, ik heb toch
nog wel een paar zaken; ik wil er ook graag even mee over spreken. U zegt dan:
ja eigenlijk is het zo; de Teteringse kandidaat, die zou voor moeten gaan op grond
van het feit, dat hij Teteringer is. Het is een zaak, die het college dat niet als
argument neemt; het college heeft het vrij uitdrukkelijk en vrij uitvoerig een en
ander afgewogen en het college, en ik wil het best nogmaals in het college bespreken;
ik geloof niet, dat het college zo gemakkelijk in deze van standpunt zal ver
anderen, zij het dan, dat we daarmee de schijn kennelijk op ons laden, dat een en
ander toch al lang bekokstoofd is, maar dat is dan een lesje democratie, die de
heer Joosen misschien ook nog 'ns een keetje moet komen leren. Er is bij de gemeente,
en uitdrukkelijk moet dat gesteld worden, er is bij de gemeente kontakt opgenomen
door de heer van Harskamp, dat wil zeggen, dat hij het eerste was met zijn plan
tot het maken, dat hij duidelijk het initiatief hier ter tafel gelegd heeft. De
tweede kandidaat, die is daarna is hij bij de gemeente aangekomen, dan is hij voor
mij de tweede, ook al heeft hij jaren, maanden, weken, of uren, dat zal mij een
zorg zijn, het moment van kontakt met de gemeente, ik meen, dat dat duidelijk een
kritiek moment is, waarop je moet zeggen: Nou, dat is het moment, waarop er kontakt
bestaat en daar heb je de eerste en daar heb je de tweede. De twee overige
-15-