-21- De Voorzitter: Ik wil toch nog even graag ten aanzien van artikel 15 van de Wet wil ik opmerken: wat is er namelijk in het buitengebied gebeurd? Er is gezegd, in zijn algemeenheid even: het buitengebied is gereserveerd voor de agrariër. Er is ook nog gezegd: de agrariër mag daar wel en daar niet bouwen. Daar hebben we ook een aantal bezwaren, bezwaarschriften over gekregen. Dat is de regel. De versoepeling, die daarop toegepast wordt, die is, dat als die boer nou geen boer meer is, dat hij dan niet zijn woning hoeft te laten staan voor niks. Hij mag die woning verkopen aan een partikulier. die er in mag gaan wonen. Dat is de versoepeling. Vervolgens leest de voorzitter artikel 48 der Woningwet voor: zie artikel 48. Dat is, wat ik in artikel 48 vind. Het is mij niet - Raadslid Engelen: Dit is niet van toepassing, dacht ik. Wat die monumentenzorg betreft. De Voorzitter: Dan is het mij niet helemaal duidelijk, waar hier nog vrijstellings mogelijkheid open staat. Raadslid Engelen: Mijnheer de voorzitter, ik heb zoëven dus geduid op de soepelheid bij de toepassing van de wet. En als ik nu spreek over artikel 15 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en ik spreek over artikel 48 van de Woningwet dan zal ik U dan spreek ik in de trant van de interpretatie, zoals dat voor alle Neder landse Gemeenten door de cursus in Utrecht de mensen gegeven wordt. Noem het dan misschien de mazen van de wet, dat week ik niet; Als u straf formeel, het gaat er om, pas je dat straf of pas je dat soepel toe, dat is het punt. Ik vind eigenlijk, dacht ik, de heer Joosen heeft dat eigenlijk ook al verteld, om dan over een dak met vier palen eronder om daar zoveel papier en uren aan te besteden en te dis cussiëren, sorry, dat gaat bij mij dan ook een beetje te ver. De Voorzitter: Even over wat betreft. Raadslid Engelen: Ik wil het woord: het sop de kool waard, wil ik, de sop de kool niet waard. De Voorzitter: Ik wil wel graag volledig antwoorden. Als, ik heb u artikel 48 voorgelezen, ik vind daar geen enkel aanknopingspunt voor hetgeen u beweert. Raadslid Engelen: Mag ik u dan laten zien, waar dat staat? Dit is niet zo maar wat ik uit mijn duim zuig. Ik heb het niet bij me hier. Nu, het gaat over de interpretatie van het artikel, voor gemeenteraadsleden. De Voorzitter: Artikel 48 van de Woningwet dat zegt, dat er een bouwvergunning moet worden geweigerd, wanneer het in strijd is met het bestemmingsplan. Raadslid Engelen: Heel juist. De Voorzitter: En wanneer er geen monument, hoe heet het, wanneer er geen monumenten vergunning is en nog zo wat. En dan kunt u mij niet aan het hoofd praten, dat er staat dat er bouwvergunning gegeven moet worden, wanneer geen strijd is met het be stemmingsplan Raadslid Engelen: Wil ik het u vanavond dan laten zien? -22-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 66