-25-
Raadslid Engelen: Mijnheer de voorzitter, ik heb namens onze fraktie heb ik, dacht
ik, een duidelijke uiteenzetting gegeven, hoe het in het onderhavige geval toch nog
wel mogelijkheid aanwezig is om alsnog een bouwvergunning te verlenen. Ik heb daar
wat artikelen bij genoemd. U zegt: ja, dat is toch helemaal niet zo. Ik ben het
dus voor wat verschillende punten betreft in het geheel niet met u eens. Dat wil
ik bij deze dus stellen.
De Voorzitter: Dat is het? Ik moet meteen aan uw adres antwoorden: ik heb de beide
artikelen, die u noemde, in extenso voorgelezen. Ik kan daarin niet datgene
vinden, wat U beweert, dat hij vrijheid zou geven aan uw raad om in dit geval bouw
vergunning te verstrekken. Wij verschillen dan ook van mening. Ik kan het er niet
in vinden en ik ben erg benieuwd naar publikaties, die in deze richting wijzen.
Raadslid Engelen: Mag ik u dan nogmaals stellen, dat ik persoonlijk met u kontakt
zal opnemen om de voorlichting, die gegeven wordt aan alle nieuwe gemeente
raadsleden in Nederland, hoe deze wetten dus geïnterpreteerd worden en wat het
begrip "soepelheid" is.
De Voorzitter: Graag. De heer de Jong zegt: laten we de zaak aanhouden, dan
kunnen we het nog eens bekijken, dat zou ergens pleiten in de richting van hetgeen
ook de heer Engelen zegt: ik heb publikaties, waaruit zou blijken, dat het wel zou
kunnen. Dat zou er misschien dan voor kunnen pleiten. Formeel dient de raad thans
te besluiten, tenzij de raad nu besluit om het aan te houden en dan zouden we het
aan moeten houden. Wenst u, de heer Joosen heb ik beantwoord, wenst u, laat ik het
dan zó vragen.
Raadslid de Jong: Ik zou er mijns inziens voor willen pleiten, wanneer de mogelijk
heid er zou zijn, dat die eventueel benut zou kunnen worden.
De Voorzitter: Ik ken, ik moet u zeggen, dat ik de juridische mogelijkheden daartoe
niet ken. Dat we, als uw raad daartoe besluit, we besluiten op dit moment op dit
beroepschrift nu niet, dan komt het de volgende raadsvergadering komt het aan de
orde en stel, dat het zo zou zijn, dat op een of andere manier een gat gevonden zou
zijn, waarbij wij uw raad zouden kunnen adviseren: nou, verstrek die bouwvergunning
overigens geloof ik op dit moment niet in het gat, ik zie het niet, dan zou in dat
geval besloten kunnen worden, om die bouwvergunning wel te verstrekken. Maar ik zie
dat gat niet en ik zie het ook in de toekomst niet. De heer Engelen zegt: ik heb
publikaties en daar blijkt dan, dat het wel zou kunnen. Ik kan dat niet terug
vinden in 15 Ruimtelijke Ordening; ik kan het evenmin terugvonden in artikel 48
van de Woningwet, en dan is de vraag aan uw raad: wenst u inzake agendapunt nr.
hoeveel is het intussen 5, we schieten niet erg hard op vanavond, al of niet te
beslissen? Dat wil zeggen: het voorstel van de heer de Jong: aanhouden, ja of neen.
Wenst u dit voorstel in stemming te brengen?
Raadslid Engelen: Aan te houden.
De Voorzitter Wenst u het in stemming te brengen, we praten nu even buiten de
agenda, wenst u het in stemming te brengen, dat we over het voorstel van de heer
-26-