elkaar zit. Dan had ik nog een praktische vraag aan de voorzitter: Wanneer kunnen
de werkzaamheden gestart worden of tenminste met betrekking tot de toiletten?
De Voorzitter: Zodra uw raad daartoe besluit. En het geld is beschikbaar, zodra het
krediet door G.S. is goedgekeurd. Maar uw raad zal er toe moeten besluiten. Mijnheer
Joosen voor de tweede termijn?
Raadslid Joosen: Ik word hier wel zo iets aangevallen van dat ik dus de jeugd, ik
heb zelf een cafetaria gehad, ik kan donders goed de jeugd begrijpen. Ik ben kastelein
en ik weet donders goed, wanneer dat een jongen dronken is en wanneer hij niet
dronken is. En ik ben de laatste, die de jeugd af zal breken. Want de jeugd, die kan
te allen tijde bij mij nog terecht. Als ze problemen hebben en ze kunnen daarmee
niet bij de gemeente terecht en ze kunnen niet bij de verenigingen terecht, dan
kunnen ze wel bij meneer Joosen terecht. En ik zal u dit even vertellen: ik vind
het dus beschamend, laten we het zo maar zeggen, en de rotzooi van de voetbal en
de rotzooi van de tennisvereniging, maar als het dat dan is, dan moet u ook zeggen
wie die rotzooi geschopt heeft. Want dat kan ik niet bewijzen en dat kunt u niet
bewijzen. Maar dan moet u niet zo maar een paar verenigingen door de slijk halen.
Ik gun die jongens de blokhut, er mag nog een ton aan verbouwd worden, want dan
ben ik geen goed raadslid, want het stikt me niks, die centen komen niet uit mijn
zak, maar ik vind het dus wel, als ik het eens eerlijk moet zeggen, als ik dan
zie, dat er dus op een gegeven moment, ik heb helemaal niet bij de blokhut geweest,
ik heb alleen de materialen gezien en de dingen, dan zie ik dus dat er nieuw spel
materiaal, nieuwe uitrustingen moeten komen, zodat er daar dan ruimte voör moet
wezen en als ik dan op de tekening zie, ik kan toevallig gelukkig nog een bouw
tekening lezen, en ik zie, dat er dan alleen maar toiletten gebouwd worden, dan
zeg ik dus: goed, als mijnheer Maes zegt: er is een kast voor gekocht en waar halen
ze dan ineens die leidsterslokalen vandaan, waaraan dus waar gebrek aan was, dus
dan zal het er toch niet geweest zijn, waar gaan ze het dan ineens creëren, dat
begrijp ik dan niet. En ik kan ook niet begrijpen op een gegeven moment, als ze
drie maanden geleden de brandweer die Blokhut afkeurt, omdat het gevaarlijk is
voor onze kinderen, ook mijn kinderen zitten in die Blokhut en ook mijn kinderen
mogen daar gerust komen, ik hoop, dat ze er heel veel plezier hebben, maar ik zou
het toch niet graag op mijn geweten hebben, dat er straks op de voorpagina staat:
daar hebben daar 70, 80 man in een Blokhut en er zijn er twee of drie omgekomen,
die verantwoording neem ik niet op me. En dat heb ik alleen gezegd en ik heb hele
maal niet de jeugd afgebroken.
De Voorzitter: Meneer Joosen, ik heb u volledig daarin beaamd. Het is zelfs niet
uw verantwoordelijkheid, het is uiteindelijk mijn verantwoordelijkheid, als
hoofd van de politie hier. En natuurlijk ben ik mee bezorgd dat; en natuurlijk zal
wanneer een bepaalde situatie brandgevaarlijk zou zijn, zal ik uiteindelijk
als hoofd van de brandweer Teteringen hier zeggen: En nu is het daar afgelopen en
het kan zo niet. En u evenzeer moet begrijpen, dat, als dat tussenstukje gebouwd