-39-
wordt om te bemiddelen, wil ik ten alle tijde bemiddelen; ik moet er uitdrukkelijk
bij zeggen, dat bemiddeling niet inhoudt dat het gewenste resultaat verkregen wordt
door betrokkene. Dat moet ik er onmiddellijk bij zeggen. Het comité heeft bepaalde
ideeën, en u kunt bemiddeling vragen, maar dat wil niet zeggen, dat u uw zin
krijgt, om het nou maar eens in heel simpele en gewone woorden te zeggen. Ja. Ik wil
graag bemiddelen, dat wil ik u onmiddellijk toezeggen, en dan zie ik mogelijkheden
te over om dat in dit comité te doen. Dat wil ik u zonder meer toezeggen. Maar ik
vind het wel een merkwaardige zaak, dat dit soort brieven op deze manier hier ter
sprake komen. Ik vind dat een onvoorstelbare zaak. Ik moet u eerlijk zeggen: ik
kan daar niet Raadslid Joosen: Ik moet u eerlijk zeggen, ik vond, dat onnodig
met gemeenschapsgelden omgegaan wordt. De Voorzitter: Ik vind, dat er onnodig
insinuaties en gekwetst wordt ten aanzien van personen. Raadslid Joosen: Dat is
helemaal niet. Ik heb die brief toch gewoon gekregen. De Voorzitter: Nee, u niet,
maar de schrijver van de brief. Ik wil graag de schrijver van de brief direkt in
het vragenhalfuur horen daarover. U bent aanwezig. Ja, oké. Was het dat, meneer
Joosen? Raadslid Joosen: Jazeker. De Voorzitter: Mag ik de heer Braat.
Raadslid Braat: Voorzitter, wij worden hier erg aan de letter van de wet gehouden;
vandaar dat ik ook bij punt 12 niet de gelegenheid kreeg op een opmerking te
maken. U hebt daarbij letterlijk gesteld. De VoorzitterMag ik even interrumperen?
Raadslid Braat: Mag ik nou eens even. De Voorzitter: Mag ik toch interrumperen? U
hebt wel de gelegenheid gehad, maar niet genomen. U heeft bij ieder punt van de
agenda.. Raadslid Braat: Mag ik even. Ik was aan het woord.
De Voorzitter: Sorry, het woord wordt verdeeld door de voorzitter en die heeft
het woord, tenzij hij het geeft aan. U heeft bij ieder agendapunt de mogelijkheid
om iets te zeggen. Ik vraag u dat ook als raad. Als u dan niks zegt, dan moet u
daarna niet zeggen: wij krijgen geen gelegenheid om iets te zeggen, u krijgt het wel.
f Raadslid Braat: Luistert u nou. De Voorzitter: Gaat u verder. Raadslid Braat:
U begint iets op te blazen, waar ik helemaal niet op in ga. U hebt alleen gesteld,
dat u 'n formeel ingestelde man bent. Nou, dat is op zichzelf helemaal geen dis
kwalificatie, en u hebt daarmee willende aangeven, dat u het reglement juist hebt
gehanteerd. Nou, daarom kom ik terug bij de rondvraag. Een compliment. De Voor
zitter Gaat u door. Raadslid Braat: U blies er nogal over op. De Voorzitter:
Nee, op het moment meneer Braat, waarop u zegt dat u niet de kans krijgt om iets te
zeggen, dan zeg ik dat u een onwaarheid spreekt. Ieder raadslid krijgt van mij de
kans om te zeggen wat hij wil. Raadslid Braat: Ik hoop, dat u uw woorden ook
altijd zo weegt als u ze gewend bent om te wegen. Maar in dezelfde behandeling van
dat punt hebt u gezegd: de T.T.V.-accommodatie is een grote rotzooi, En u bent
even laterfavoorzïtterzo verstandig geweest om uw opmerking wat af te zwakken.
En terecht dacht ik, want omdat u juist zo formeel bent ingesteld, dacht ik, dat dat
ook uw taak was om als voorzitter dan uw emotionaliteit dan te bedwingen. Want
behalve dat deze statement wat u daar dus doet, behalve dat het een onwaarheid is,
voorzitter, is het een klap in het gezicht naar mijn smaak van alle mensen, die
veel werk verzetten om de goede orde in de club in stand te houden en zoveel
-40-