-42-
woont daar op het Moleneind, in plaats van het Moleneind op te rijden, zou hij
ook rechtstreeks naar de Oosterhoutseweg kunnen rijden, en dan maakt hij zichzelf
de problemen niet. Ik kan me dus nauwelijks voorstellen, dat mensen, die...
Raadslid Joosen: Dit zijn dus mensen, die van de situatie weten, maar er komen dus
toch op een gegeven moment mensen, die niet van de situatie weten; die van buiten
af komen en die moeten dan naar de Langelaar en die weten dat niet. Daar komt een
luxe wagen tegenover en die zien dan die tak, als het een goed oplettend chauffeur
is, die kijkt en die gaat een beetje naar links en als u dan met uw wagentje er
aan komtdan
De Voorzitter; Overigens neem ik aan, dat wethouder?
Wethouder Gerits: We zullen even opnemen, hoe scheef die boom staat en als het
inderdaad noodzakelijk is, gaat hij er uit.
De Voorzitter: Ik vraag me wel af, ik vind die vraag persoonlijk erg gerechtvaar
digd, of het nou per sé nodig is om met grote vrachtwagens over het Moleneind te
rijden. Ik zie dat eerlijk gezegd niet zo zitten en men kan dat vrij gemakkelijk
vermijden, lijkt me. Maar nogmaals, als er inderdaad problemen zijn, wat gevaar
oplevert, dan zullen er maatregelen getroffen moeten worden. Ik geloof, dat we dan
de kool en de geit weer aan het sparen zijn. Want als we zeggen: omhakken, dan is daar
ergens een kreet, en dan zullen we maatregelen nemen, en dat is dan een aardige
diplomatieke terminologie, waarmee je een heel eind weg komt. En misschien zetten
we hem nog wel recht ook, de boom. Overigens, het is u bekend, dat, en dat mag ik
misschien verklappen, het is u bekend, en het is geen leuke verklapping, die ik
dan doe, het is u bekend, dat een belangrijk deel van de bomen op het Moleneind,
dat dat ziek is, een twintig stuks, en dat er mettertijd, en dan moet u op niet al
te lange termijn denken, dat is een kwestie van een paar jaar, dat dan een aantal
bomen op het Moleneind inderdaad verdwenen zullen zijn. Iets wat ik dan per-
f soonlijk erg jammer vind, Ik dacht, dat ik de heer Braat overigens volledig beantwoord
heb en als dat niet zo is, dan hoor ik dat nog wel. Voor wat betreft de
klacht van juffrouw Tijs, ik meen, dat ik ook de heer Joosen ten aanzien daarvan
beantwoord heb; ik vind, dat als er klachten zijn, en die klachten komen bij mij en
daarom heb ik ook gezegd: ik snap niet, dat de klager zich dan niet tot mij richt of
tot de voorzitter van het Comité of tot het college van B. en W. of tot de raad
of hoe dan ook, want dat zijn de bestuurlijke wegen ervoor, dan zal die klacht
zal onderzocht worden. Ik heb u uitdrukkelijk toegezegd, dat, als er een kwestie
ligt, dat ik wil proberen te bemiddelen, ik heb er ook bijgezegd, dat bemiddeling
niet per definitie tot het gewenste resultaat door de klager zal behoeven te
leiden. Laat ik het heel voorzichtig formuleren: Het kan zijn, dat als er een
klacht binnenkomt en ik onderzoek hem, het kan zijn, dat dan aan de klacht tegemoet
gekomen wordt en het kan zijn, dat er het Comité moverende redenen zijn, waarom aan
de klacht niet tegemoet gekomen zal worden. Ik meen, dat ik u daarmee beantwoord
heb. De wethouder Gerits voor de vragen, die hem opengelaten zijn.
-43-
-