-43-
Wethouder Gerits Ja, dat is op de eerste plaats de heer de Jong: het gras in de
bermen, mijnheer de Jong, in de begrotingsvergadering van 1973 toen is er door een
van uw fraktiegenoten gevraagd of we altublieft het gras in de bermen wilden laten
staan, zoveel mogelijk wilden laten staan, want dat was een opleving van de
natuur. We hebben daar enigszins mee rekening trachten te houden en nu blijkt het
aan de andere kant, dat het ook weer niet goed is. Het is vrij moeilijk om het
iedereen naar de zin te maken. Maar je krijgt toch ook weer een beetje wilde
natuur in deze gecultiveerde tijd, en met het oog daarop hebben we het inderdaad
moedwillig laten staan. Het is geen kwestie van vergeten of wat dan ook, het is
puur opzet geweest om dat daar te laten staan. We zullen bekijken, als het nu te
groot gaat worden, dan kan er misschien wel een kopje af, dan sturen we hem naar
de kapper toe.
Raadslid de Jong: Ja, ik wil maar zeggen, die, ja, was het allemaal gras, dan was
het nog een minder bezwaar, maar het zijn brandnetels, stekels en dan van die gele
bloemen en de aangrenzende percelen, die genieten daar toch ook wel een keer van
als het een beetje stuift, dat toch wel.
De Voorzitter: Ik dacht, mijnheer de Jong, even ter aanvulling daarop, dat het we
hebben op een gegeven moment een paar ruwe plekken, met name plekken brandnetels,
en met name plekken distels, hebben we eruit laten maaien, omdat dat duidelijk
overlast bezorgt. Ik kan u een artikel voortoveren, mij toegespeeld door het
voormalig raadslid Oomen, en nog wel raadslid Oomen maar thans dan wethouder Oomen,
waarin met name voor de overlast van de belendende percelen van overwaaiend zaad,
daar zijn onderzoekingen naar gepleegd en dat blijkt heel erg mee te vallen. Maar
ik wil u dat nog wel eens een keer laten zien. Wethouder Gerits, had u nog meer?
Wethouder Gerits: Ja, mijnheer de voorzitter.
De Voorzitter: Aandacht graag
Wethouder Gerits: Ik had nog een vraag van mevrouw van Westhreenen te beantwoorden
namelijk over de Oosterhoutseweg. U vraagt, of binnenkort, binnen niet al te lange
tijd, als de hele Schijfstraat gerealiseerd is, dus in gebruik genomen, of dan
doorgegaan wordt met beplanting langs de Oosterhoutseweg. Het is namelijk zo:
u weet, het is een vrij kostbare zaak, het stuk, wat we daar hebben liggen, dat
heeft vrij veel geld gekost en ik denk niet dat uw raad in een keer akkoord zou
gaan met een voorstel dezerzijds om de hele Oosterhoutseweg in een keer te nemen.
Ik denk, dat dat toch wel in fasen zal moeten gaan. Wat betreft het laatste stukje
bij de Schijfstraat, dat is een vrij smalle strook. En ik ben bang, wanneer daar
een beplanting komt, dat dat niet afdoende genoeg zal zijn om de mensen te weer
houden om vandaar uit de Oosterhoutseweg op te schieten en dan gaan we inderdaad
weer een gevaarlijke situatie creëren, wat we niet hadden bij het eerste stuk, dat
was breed genoeg en inderdaad, dat is vrij goed gespaard gebleven. Maar in alle
geval, dit positieve geluid, gehoord hebbende uwerzijds, wil ik mijn gedachten
over verdere beplanting daarvan beslist wel laten gaan.
-44-