incidentele gevallen toch een marge in die vrijstelling aanwezig is. In
bepaalde gevallen, waarin het bestemmingsplan niet voorziet (ik denk hierbij
bijv. aan een bedrijfsgebouw, dat onder één kap aansluit aan de bedrijfs
woning) kan incidenteel en afhankelijk van de situatie toch een bouwver
gunning tot het verbouwen van het bedrijfsgebouw worden gegeven. Ik doel
hierbij wederom op een soepelheid bij toepassing van de vrijstellings
bevoegdheid van Uw College. Om nu die vrijstellingsbevoegdheid van uw college
ook inzake bestaande bedrijfsgebouwen en opstallen te doen uitbreiden stelt
onze fraktie voor om alsnog en mede voor de toekomst een aanvullend artikel
aan het bestemmingsplan toe te voegen, hetgeen ik bij 'deze ook aan de
overige raadsleden voorleg. Het voorstel van dit artikel is als volgt:
B. en W. zijn bevoegd voor het treffen van kleine voorzieningen aan bestaande
bedrijfsgebouwen en opstallen vrijstelling te verlenen van de voorschriften
van dit plan op voorwaarde dat een en ander niet in strijd is met de eisen
van welstand. Indien de raad dit aanneemt, impliceert dit een wijzigings
voorstel op het bestemmingsplan. Een lange procedure waar wel enige tijd mee
gemoeid is alvorens zo'n wijzigingsvoorstel in werking kan treden. Uit een
en ander zou de vraag naar voren kunnen komen en deze wil ik dan namens onze
fraktie ook stellen, waarbij ik aanneem dat dit wijzigingsvoorstel door
Gedeputeerde Staten zonder meer zal worden goedgekeurd, om vooruitlopend op
deze goedkeuring alsnog te overwegen of in het onderhavige geval toch een
bouwvergunning kan worden afgegeven.
Raadslid van Overveld zegt, dat in de vorige raadsvergadering uitvoerig over
deze kwestie is gediscussieerd. Toen is besloten het voorstel aan te houden.
Deze aanhouding was gebaseerd op de bewering van de heer Engelen, dat er
juridisch mogelijkheden aanwezig zouden zijn om de bouwvergunning te ver
lenen. Uit het betoog van de heer Engelen blijkt nu, dat verlening van de
bouwvergunning alleen mogelijk is indien het bestemmingsplan daarvoor ge
wijzigd wordt. Het lijkt hem niet mogelijk en beslist te ver gaan om vooruit
lopend op een eventuele wijziging van het bestemmingsplan de bouwergunning
te verlenen. De juridische mogelijkheden ontbreken. Hij zegt dan ook namens
zijn fraktie het pre-advies van burgemeester en wethouders te moeten volgen.
De Voorzitter zegt, dat in een uitvoerig gesprek met de heer Engelen de
konklusie is getrokken, dat ondanks een mogelijke wijziging van het be
stemmingsplan thans geen bouwvergunning verleend kan worden. Het opstellen en
wijzigen van een bestemmingsplan is een terecht met vele juridische voor
waarden en waarborgen omgeven procedure. Een bestemmingsplan beperkt enerzijds
vrijheden en geeft anderzijds rechtszekerheid. Aan de door de heer
Engelen voorgestelde procedure zal het college beslist niet meewerken. Dit
zou een overtreding/var^aïïe regels en voorwaarden, die aan een bestemmings
plan zijn gesteld. Hij zegt de formulering van het voorstel van de heer