-3-
De voornaamste bezwaren waren:
a. het wetsontwerp het gevaar van een vierde bestuurslaag inhield;
b. zowel de instelling van het gewest zelf als zijn taken en bevoegdheden,
alsook zijn. financiering te zeer van de wil van de gemeentebesturen
afhankelijk waren gesteld;
c. over de taken en bevoegdheden van het gewest bovendien grote onzekerheid
bestond;
d. het wetsontwerp niets bepaalde over decentralisatie van taken van rijk
en provincie en zeer algemeen niet was gesteld in het perspectief van een
meer omvattende bestuurlijke reorganisatie.
Vanaf het begin van zijn optreden heeft het kabinet deze bezwaren onder
schreven. Het was bovendien van mening, dat het onjuist was, de instelling
van gewesten aan de gemeenten over te laten en dat het de decentralisatie
eerder zou vertragen dan bevorderen, indien de totstandkoming van gewesten
"van onderop" zou moeten geschieden. Een kabinetsbeslissing kon niet langer
worden uitgesteld, omdat
a. de z.g. pre-gewesten dreigden door gebrek aan bevoegdheden en financiële
middelen vast te lopen;
b. de gemeentelijke herindeling kon onvoldoende voortgang vinden bij gebrek
aan kennis van taak en omvang van de toekomstige gewesten;
c. de bestuurlijke plannen, neergelegd in de Knelpuntennota harmonisatie
welzijnsbeleid en welzijnswetgeving en in de Structuurnota Gezondheidszorg
konden slechts globaal besproken worden bij gebreke van de gewesten, die
daarin een belangrijke rol speelden;
d. de organisatie van de hulpverlening en de hervorming van het politiebestel
moesten wachten op een uitspraak van de wetgever met betrekking tot de
gewestvorming.
Een spoedige beslissing was dan ook noodzaak.
Het voorliggende concept is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
1. Een bestuurslaag kan alleen een in ons volk levend organisme zijn, indien:
a. het op die bestuurslaag werkzame bestuur zich gesteld ziet voor een
breed samengesteld pakket van taken waarvan het de inhoud tenminste
voor een deel zelf kan bepalen;
bc dat bestuur die taken in een redelijke mate van beslissingsvrijheid
mag en kan uitvoeren, waarbij de bestuurlijke verantwoordelijkheid
gepaard moet gaan met een evenredige financiële verantwoordelijkheid en
onafhankelijkheid;
c. de democratie in die zin is verzekerd, dat het bestuur op democratische
wijze is samengesteld en democratische afweging van belangen, verant
woordingsplicht en publieke controle tot hun recht komen.
-4-