bindingen, die zijn of deel uitmaken van wegen, bestemd voor bovenwijks of
doorgaand verkeer en die in een legger als bedoeld in de Wegenwet dienen
te worden opgenomen;
2. de zorg voor het openbaar vervoer;
3. aanleg, inrichting en beheer van:
a. zeehavens en daarbij behorende bedrijfsterreinen;
b. andere havens met een capaciteit van meer danen daarbij
behorende bedrijfsterreinen;
c. bedrijfsterreinen, bestemd voor handel met een oppervlakte van meer dan
h ha;
d. andere bedrijfsterreinen met een oppervlakte van meer dan 1 ha;
4. het oprichten en in stand houden van diensten voor openbare gezondheidszorg
en het verlenen,van medewerking daaraan;
5. aanleg, inrichting en beheer van openluchtrecreatievoorzieningen, welke
afzonderlijk of in samenhang met soortgelijke voorzieningen elders in hoofdzaak
bestemd zijn voor het merendeel van de inwoners van de provincie dan wel duide
lijk bestemd zijn voor de inwoners van meer dan één of enkele aan elkaar
grenzende gemeenten;
6. stichting en beheer van sociaal-culturele instellingen, welke afzonderlijk
of in samenhang met soortgelijke voorzieningen elders in hoofdzaak bestemd
zijn voor het merendeel van de inwoners van de provincie dan wel duidelijk
bestemd zijn voor de inwoners van meer dan één of enkele aan elkaar grenzende
gemeenten;
7. het aankopen, inrichten en beheren van gronden met het oog op natuur en/of
landschapsbescherming en het verlenen van medewerking daaraan;
8. het vaststellen van verordeningen, welke uitsluitend of in hoofdzaak betrek
king hebben op de bescherming van natuur en/of landschap;
9. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar,
het voorkomen en beperken van opgevallen bij brand en al hetgeen daarmee
verband houdt,
alsmede een aantal gemeentelijke taken, thans vastgelegd in de Brandweerwet,
de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de Woningwet, De wet Ambulancevervoer,
de Warenwet, de Kernenergiewet, de Wet. Autovervoer Personen, de Lager-
onderwijswet 1920 en de W7et op het Voortgezet Onderwijs,
taken, die thans bij het rijk berusten
Deze taken worden o.m. gevonden in de taken van het rijk, gelegen binnen het
kader van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Lager-onderwijswet 192Ö, de
Kleuteronderwijswet, de Leerplichtwet, de Woonruimtewet 1947, de Monumentenwet,
de Archiefwet en de Wet Sociale Werkvoorziening.Een en ander is overigens
nog mede in onderzoek. Naast het vorenstaande wordt eveneens gedacht aan het
terugdringen van de bemoeiing van het rijk thans uitgeoefend via voorwaarden
en richtlijnen, verbonden aan doeluitkeringen, subsidies en andere uitkeringen