-9-
V. Ontwikkeling van de subsidiëring.
De ontwikkeling van de subsidiëring houdt nauw verband met de ontwikkeling
van de overheidstaak. Het is niet mogelijk nauwkeurig de taak aan te
geven, die de overheid in het maatschappelijk leven heeft te vervullen.
De grenzen van die taak worden voortdurend verlegd naar gelang tijd en
omstandigheden. Een eeuw geleden heerste nog de opvatting, dat de taak van
de overheid zich in hoofdzaak diende te beperken tot de vaststelling en
handhaving van de interne en externe rechtsorde. De bemoeiingen van de
overheid waren dan ook beperkt tot het weren van de verschillende gevaren,
die de gemeenschap bedreigden. Devoornaamste taken van de plaatselijke
overheid waren in die tijd het bevorderen van de veiligheid en het hand
haven van de rust en de openbare orde, het brand- en marktwezen, de
gezondheidszorg, waaronder vooral het weren van besmettelijke ziekten, de
zorg voor de verkeerswegen, het onderwijs en de armenzorg. In de loop der
jaren onderging de overheidstaak regelmatig uitbreiding in verband met de
behoeften, die uit het maatschappelijk leven en uit de ontwikkeling van
de techniek -voortsproten.Meestal ontstond, nadat de gemeenten zich in eerste
instantie een bepaalde zorg hadden aangetrokken, het verlangen naar een
uniforme landelijkè regeling. Dan bestempelde de centrale overheid het
onderwerp tot rijkszaak en bevorderde de totstandkoming van een wettelijke
regeling. Als voorbeelden van deze gang van zaken kunnen worden genoemd
het toezicht op vlees en andere levensmiddelen (vleeskeuringswet en
warenwet)het toezicht op bioscopen (bioscoopwet)de winkelsluiting
(winkelsluitingswet) en de dierenbescherming (wet op de dierenbescherming)
Wel werd dan de gemeente als zelfbestuursorgaan meestal weer bij de uit
voering van de wettelijke regeling betrokken, maar de materie behoorde
niet meer tot de autonome sfeer van de gemeente.
Tegenover de hier geschetste afbrokkeling van de gemeentelijke taak staat
aan de andere kant een regelmatige aanwas van nieuwe taken op velerlei
gebied, waarvan het einde nog niet is te zien. De moderne gemeente beweegt
zich op terreinen, waar de gemeentelijke bestuurders van een eeuw geleden
zich geen voorstelling van hebben kunnen maken. Sport, rekreatie, jeugdwerk,
gezins- en bejaardenzorg, lektuurvoorziening, amateuristische kunstbeoefening
en milieubeheersing zijn onderwerpen, die thans tot de gemeentelijke huis
houding behoren en waaraan een belangrijk deel van het beschikbare budget
wordt besteed.
Samenvattend kan worden gesteld, dat zich in de afgelopen anderhalve eeuw
een volledige verandering in de opvattingen over de overheidstaak heeft
voltrokken.
-10-