SUBSIDIEVERORDENING
Hoofdstuk I Algemene regels voor het verlenen van subsidies.
Par. 1 Algemene bepalingen.
Artikel 1
1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a. subsidie: een geldelijke bijdrage van de gemeente aan een instelling als
bedoeld onder b, ten behoeve van het verrichten van de werkzaamheden van
die instelling in het belang van de plaatselijke gemeenschap;
b. instelling: elke organisatie of groepering van personen, die zich zonder
winstoogmerk, de behartiging van belangen van ideële en/of materiële
aard ten doel stelt.
2. Deze verordening is van toepassing op alle subsidies, tenzij een bijzondere
subsidieverordening, als bedoeld in artikel 7, een afwijkende regeling in
houdt en behoudens het bepaalde in artikel 16.
Artikel 2
1. Subsidie wordt slechts verleend aan instellingen, welke rechtspersoonlijkheid
bezitten.
2. In bijzondere gevallen kan van het bepaalde in het eerste lid worden afge
weken, Indien alsdan aan natuurlijke personen subsidie wordt verleend,
vinden de in deze verordening gestelde bepalingen, voor zover mogelijk, over
eenkomstige toepassing.
Artikel 3
Geen subsidie wordt verleend als de instelling niet bereid is haar diensten
beschikbaar te stellen voor alle groeperingen der bevolking, zonder onderscheid
naar godsdienstige of politieke gezindheid.
Artikel 4.
1. Een subsidie wordt voor een jaar toegekend.
2. Het ingevolge het eerste lid toegekende subsidie wordt, afhankelijk van de
in artikel 11, lid 5, bedoelde vaststelling, uitbetaald tot ten hoogste het
bedrag, dat daarvoor in de goedgekeurde gemeentebegroting is opgenomen,
3. Indien de exploitatierekening der instelling, met inbegrip van het gemeenteli
subsidie, een batig saldo aanwijst, wordt dit saldo, voor zover dit het
bedrag van het subsidie niet overtreft, onder een apart hoofd van de kapitaal