De Voorzitter antwoordt, dat iedere aangeslotene op het C.A.I. jaarlijks een
bedrag van 36,moet betalen voor o.a. de kapitaallasten en alle verdere
kosten. Van dit bedrag wordt jaarlijks 7,50 per aansluiting gereserveerd
in het onderhoudsfondsDit om reparatie- en onderhoudswerkzaamheden te
kunnen bekostigen. Verder zegt hijdat aansluiting van de panden op de
Oosterhoutseweg een zeer kostbare zaak is. Het bedrag van 710,dekt slechts
60% van de totale aansluitkosten. De onrendabele top van 40% wordt al mee
gedragen door de overige aansluitingen. Het is daarom noodzakelijk om een
limiet te stellen om deze onrendabele top niet nog groter te maken. Iemand,
die aangesloten wenst te worden, wonende in een wijk die reeds grotendeels is
aangesloten, moet de installatiekosten èn het bedrag van 250,betalen.
Voor de panden, die nog niet eerder aangesloten konden worden, moeten de
berekende tarieven betaald worden.
Raadslid Joosen meent, dat de bewoners van de Oosterhoutseweg in die zin
voorgelicht dienen te worden.
De Voorzitter antwoordt, dat de bewoners van de Oosterhoutseweg in een gesprek
op 29 oktober a.s. over een en ander zullen worden geïnformeerd.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders.
Aanbieding van een subsidie-nota met ontwerp-verordening houdende algemene
regels voor het verlenen van subsidies en een overzicht van vigerende
subsidie-besluiten.
Raadslid Braat wil zijn waardering uitspreken aan het adres van het college
voor de uitgebreide subsidienota. Hij zegt blij te zijn, dat deze nota eerst
in de november-vergadering aan de orde zal worden gesteld.
De Voorzitter zegt, dat het college ruimschoots de tijd heeft genomen om de
subsidienota samen te stellen. Uiteraard gunt het college ook de raad de tijd
om een en ander goed te kunnen bestuderen.
Raadslid van Westhreenen-Herlaar zegt, dat ook zij haar waardering had willen
uitspreken. Ook haar fraktie is blij, dat men nog een maand de tijd heeft om
een en ander goed door te nemen. Gezien de belangrijkheid van deze materie,
zou zij een pleidooi willen houden aan het adres van de verenigingen om deze
nota goed te bestuderen. Namens haar fraktie doet zij dan ook een beroep op
het college om in het belang van de verenigingen deze nota op grote schaal
beschikbaar te stellen. De verenigingen dienen de achtergronden te kennen van
de criteria bij subsidieverlening. Dit kan van invloed zijn op hun ver
wachtingspatroon. Het is ook van belang voor de raad om vooraf het ver
wachtingspatroon van de verenigingen te kennen. Dit kan bijdragen tot een
besluitvorming, waarbij achteraf geen afbrekende kritiek behoeft te worden
geleverd, maar waarmee vooraf opbouwend is en kan worden gewerkt.