-4-
De Voorzitter antwoordt, dat er 4 categorieën van bebouwing zijn, n.l.
A-bebouwing (bungalowbouw) C-bebouwing (vrijstaand of 2 onder een kap)
D-bebouwing (2 onder een kap, eventueel vrijstaand) en E-bebouwing (niet vrij
staand, o.a. woningwetwoningen en soms premiewoningen)
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders.
6Mededeling met betrekking tot de behandeling van de Subsidienota.
Raadslid Schreinemachers vindt het een lijvig stuk, waarvan overigens reeds is
gezegd dat het een goed stuk is en waarvan men de belangrijkste elementen in de
begrotingsvergadering zal kunnen behandelen. Het gestelde in de ,2e alinea van
bladzijde 10 is hem niet helemaal duidelijk. Hij vraagt zich af of er wellicht
een aantal zaken is v/eggelaten. Het is hem niet duidelijk wat er met welke jje
middelen bereikt dient te worden. Naar zijn mening zijn in die alinea een 2-tal
voorwaarden weggelaten, die noodzakelijk zijn om het betreffende doel te bereiken.
Hij vraagt zich af hoe het woord "moeten" op bladzijde 10 in de 5e regel van
onderen gelezen moet worden. Is dit een "moeten" in de uitdrukkelijke zin van
het woord of wilt U toch wat minder tornen aan de vrijheid van de burger om
zelfstandig te beslissen. Hij zegt hoofdstuk 5 enigszins warrig te vinden. In
hoofdstuk 7 worden naar zijn mening zeer belangrijke criteria genoemd. Belangrijk
is met name het gestelde op bladzijde 13: "dat in het algemeen bij het toekennen
van subsidie geen beslag behoort te worden gelegd op de autonomie van de aanvrager"
Hij meent, dat het een goede zaak is om in gevallen van stopzetting van subsi
diëring uit de Fondsvorming de betreffende instantie te blijven financieren. Dit
klemt met name bij gewijzigde prioriteitenstelling.
Raadslid Joosen zegt de opmerking van de heer Schreinemachers inzake de eerder
gehoorde positieve reakties op deze nota niet te begrijpen. De waardering gold
toen alleen de tijdige toezending. Met interesse zegt hij de voorliggende
subsidienota te hebben gelezen en herlezen. Hij heeft bewondering voor het
sterke vakmanschap. In een goed leesbare taal, ondanks wat latijnse woorden,
is getracht om de problematiek rond het subsidiebeleid duidelijk te maken. Hij
meent te mogen stellen, dat het gemeentebestuur hierin volledig geslaagd is. Een
groot stuk wanbegrip en vaak ook onbehagen is hiermee weggenomen. Kortom, het
gemeentebestuur heeft een werkstuk geschapen, dat zonder meer als een handleiding
kan en moet dienen bij toekomstige aanvragen of herziening van eerdergenomen
besluiten. Voorts merkt hij op, dat Teteringen met deze nota beslist een goede
beurt heeft gemaakt. Hij zegt bij naburige gemeenten vergelijkingsmateriaal te
hebben opgevraagd om tot een gefundeerde konklusie te kunnen komen. Deze materie
bleek bijna overal nog in voorbereiding te zijn. Het dagelijks bestuur met zijn
ambtenarenkorps heeft voor een stukje baanbrekend werk gezorgd, waarvoor zijn
bewondering en dank.