-5-
De Voorzitter antwoordt, dat het raadslid als privé-persoon een bezwaarschrift
kan opstellen, doch hij raadt de heer Maes aan zijn bezwaren tegen het plan
te formuleren in de raadsvergadering, waarin dat plan aan de orde komt.
Raadslid Maes vraagt, hoe de voorzitter het verantwoordt, dat hij op 27 mei een
voorlichtingsavond, te houden vóór de tervisielegging heeft toegezegd, terwijl
die pas enige dagen geleden tijdens de tervisielegging heeft plaatsgevonden.
De Voorzitter antwoordt, dat hij op deze vraag nog zal terugkomen.
Raadslid de Jong vraagt naar de gang van zaken met betrekking tot het zand
strooien bij gladheid. Konstateert de gemeente zelf of er gladheid optreedt of
wordt er een instantie ingeschakeld?
Raadslid Braat vraagt welke werkzaamheden door de rijkspolitie Breda worden waar
genomen bij onbereikbaarheid van de politiepost Teteringen. Toen hij onlangs via
het antwoordapparaat werd verwezen naar Breda, heeft men hem daar prompt geholpen,
maar hem werd wel te verstaan gegeven, dat men onmogelijk altijd alle mensen van
de buitengemeenten kan helpen.
Raadslid Joosen zegt eveneens graag in kennis te worden gesteld van de inhoud van
de op de hearing van 22 december ter sprake gebrachte brief van Gedeputeerde Staten.
De Voorzitter zegt in zijn antwoord aan raadslid Maes niets in de krant te hebben
geplaatst. Wel heeft hij bij de opening van het gebouw van de Boerenbond datgene
gezegd, wat hij dacht te kunnen, te mogen en te moeten zeggen. Daarbij zijn een
paar opmerkingen over het gebouw van de Boerenbond gemaakt, mede naar aanleiding van
opmerkingen in "Allerlei", waarin gesteld werd, dat het zo'n mooi gebouw zou zijn.
Hij meende te mogen stellen, dat het gebouw van de Boerenbond beslist niet het meest
fraaie gebouw in Teteringen is, dat het architektonisch relatief weinig waarde
heeft, dat het slecht is in het gebruik en dat daarom het bestuur van de Boerenbond
tot nieuwbouw heeft besloten. Vergelijkingen van klooster, harmoniezaal en pastorie
met winkelcentrum zegt hij vrij mank gaande argumenten te vinden. Hij weet, dat
bijv. de pastorie volledig onbewoonbaar was. Daar, waar eens de pastorie stond,
wonen thans 32 bejaarden zeer tot hun genoegen. Het klooster, waarin thans een
garagebedrijf is gevestigd (een dergelijk bedrijf is voor onze gemeenschap óók
belangrijk) verloor zijn bewoners door verminderd aanbod. Het heeft korte tijd een
schippersschool gehuisvest. Ook deze school verdween, en als zo'n gebouw dan leeg
komt, dan grijpt een partikulier, die daar een bedrijf wil vestigen, die mogelijk
heid aan. Naar zijn mening biedt de Monumentenwet aan waardevolle architektuur
meer dan voldoende bescherming. Ook door het gemeentebestuur wordt uitdrukkelijk
gelet op waardevolle architektuur. Eventueel wordt het zelfs bevorderd, dat panden,
die daarvoor in aanmerking komen, op de Monumentenlijst worden geplaatst. Veel
verder kunnen we niet gaan. Voorts vraagt spreker aan de heer Maes of hij met zijn
opmerking over het beleid van de redaktie van "Allerlei" doelt op het eerste
door de heer Bartels in het kader van de Groenstraat gepubliceerde artikel. De
-6-
