-6-
Bij de begroting van inkomsten en uitgaven 1976 is voor subsidie aan 't Web
f. 60.000,geraamd. Deze raming wordt met liefst 35.000,in de exploitatie
begroting overschreden. Een toename in twee jaar tijd met ca 50% van het tekort.
Een onmiddellijke aantasting van de post "onvoorzien", die teruggedrukt wordt naar
82.000,--.
Het is duidelijk, dat dit zo niet door kan gaan. Men zal meer de vinger aan de
pols dienen'te houden en wij vertrouwen er op, dat B. en W. een weg zullen weten
te vinden, die niet frustrerend werkt voor 't Webbestuur, maar voorkomt dat de
tekorten op langere termijn gezien nog verder de pand uitrijzen.
Hierna geeft de Voorzitter het woord aan raadslid Joosen, die spreekt als volgt:
Mijnheer de voorzitter, Met volle overtuiging meen ik te mogen stellen, dat het
jaar 1975 voor onze gemeente een vruchtbaar jaar was. Vruchtbaar in die zin, dat
vele belangrijke besluiten konden worden genomen -in goede harmonie met uw college
die deels reeds zijn uitgevoerd, dan wel in ver gevorderde staat van uitvoering
verkeren. Wanneer het ging over werkelijk belangrijke zaken waren de meningen
uiteraard wel eens verdeeld en de debatten -zo op het oog- vrij heftig. Doch nimmer
heeft dit m.i. schade toegebracht aan de onderlinge goede verstandhouding met uw
college en mede-raadsleden.
Mijnheer de voorzitter,' u moet het van mij aannemen, dat mij slechts één ding voor
ogen staat, n.l. het zo goed mogelijk behartigen van de belangen van onze gemeente.
Het bewust spelen van de man en niet de bal -zoals dat in voetbaltermen heet- tracht
ik zoveel mogelijk te voorkomen. Ik ga zonder meer uit van het gegeven, dat dit
ook bij xiw college en mijn mede-raadsleden het geval is.
Een lofzang aanheffen omtrent de kwaliteit van de inhoud en de uitvoering van de
begrotingsstukken acht ik in feite overbodig. We weten inmiddels niet beter ce~
-anders gezegd- wij verwachten niet anders. Niettemin geacht college en ambtenaren,
mijn compliment. Ik wil verder mijn waardering uitspreken voor de wijze waarop
deze begroting in een algemene commissievergadering deskundig is toegelicht.
Mijnheer de voorzitter, ik ga geen uitgebreide beschouwing geven over al hetgeen
in 1975 gezamenlijk tot stand is gebracht. Maar enkele beslissingen, die mij voor
in het geheugen liggen, wil ik even memoreren: Instelling Sportadviescommissie
beplanting Oosterhoutseweg, vergoeding Brandweer, Centrale Antenne Inrichting,
Sportveldencomplex, subsidienota, voetpad Oosterhoutseweg. Het schenkt mij vol
doening, dat ik als afgevaardigde van "Teterings Welzijn" als zodanig als minder
heid in de raad opererend, mijn bijdrage heb mogen leveren aan de totstandkoming
van de diverse besluiten. Ik citeer hetgeen raadslid Schrejnemachers hierover in
zijn beschouwing van vorig jaar naar voren bracht: "Veel belangrijker acht ik het
evenwel, mijnheer de voorzitter, dat de raad in het komende jaar tot een construc
tieve samenwerking zal weten te komen, waarbij met name ook de minderheid tot haar
recht zal kunnen komen". Welnu, ik ben dankbaar te mogen stellen, dat raadslid