-11- kompleet, konkreet en uitgebreid dan vorig jaar. Vaak meer konstaterend dan vooruit ziend, wat mager. Jammer. De vraag is: hoe komt dat? Zoals de nota zegt, is het gepresenteerde beleid niet iets wat van jaar tot jaar als volkomen nieuw en zelf standig gegeven wordt gepresenteerd. Daarom is een vergelijking met het vorig jaar terecht. Overigens is de vraag ook gewettigd of niet, waar samenhang duidelijk aanwezig is, gedacht kan worden aan een beleidsplan in hoofdlijnen over meerdere jaren (zie bijvoorbeeld Nieuw-Ginneken)Vergelijking met de nota van aanbieding 1975 laat zien, dat een heel aantal beleidsvoornemens ook werkelijk gerealiseerd zijn: beleidsvoornemens, toezegging, afspraken, die in het kader van de algemene beschouwingen naar voren zijn gekomen. Te noemen zijn: informatiegids, Sportadvies- commissie, Centrale Antenne Inrichting en wat op korte termijn gerealiseerd gaat worden: de restauratie van de kerktoren en de bouw van een nieuw gemeentehuis. Een aantal zaken echter is wel in de nota van aanbieding van vorig jaar besproken, maar niet gerealiseerd. Voor de overzichtelijkheid is het het gemakkelijkste om daar paragraafsgewijs op terug te komen. Gelukkig is er een sluitende begroting met vergeleken in het vorig jaar een relatief hoge post voor "onvoorzien". Dat be tekent meer speelruimte. Het ziet er gezond uit. Juist ook, omdat dit zo is, on danks het feit, dat de zogenaamde verfijningsregeling is komen te vervallen. De feitelijke ruimte in de begroting is 117.000,waarbij dan reeds een bedrag van 120.000,voor de bouw van het gemeentehuis is gereserveerd. De grotere ruimte is te danken aan: verhoging van de uitkering uit het gemeentefonds. Bedrag ineens van 30.000,voor alle gemeenten; met vermenigvuldigingsfactor van 4,43 is dit 130.000,het vervallen van de rioolbijdrage aan de gemeente Breda wat een voordeel van 125.000,oplevert; de verhoging van eigen inkomsten, i.e. de opcenten personele belasting, die vorig jaar 1 juni inging -dus over een half jaar meetelde- tellen nu over een heel jaar mee. Daarnaast de reinigings rechten. Met betrekking tot de budgettaire ruimte valt op te merken, dat de toekomst er -gelet op de verwachtingen met betrekking tot de belasting onroerend goed- gunstig uitziet. Dat betekent overigens wel, dat de lasten voor de individuele burger, gezien de verschuiving van bijvoorbeeld de bijdrage in de rioolafvoer naar het Waterschap West-Brabant, niet verlicht worden, alleen door anderen geïnd. De al genoemde lastenverzwaring middels de belasting op onroerend goed is een taak, waarop onze fraktie niet staat te springen, maar waaraan wettelijk niet valt te ontkomen, Zij zal meer acceptabel worden, wanneer ook voldoende inzicht kan worden gegeven met betrekking tot de noodzaak en de besteding van de te innen gelden. Mochten agrarische bedrijven onevenredig zwaar worden belast, dan zullen wij daar niet aan mee kunnen doen. Met betrekking tot de onroerend-goedbelasting valt verder nog op te merken, dat -vooruitlopend op de behandeling van deze materie dit jaar- vanuit onze fraktie nu al gezegd kan worden, dat te hoge her waardering van bedrijfsgebouwen als gevolg van erfverfraaiingerfverharding en beplanting, voor onze fraktie niet acceptabel is. -12-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 15