-16-
het karwei mee zou klaren.
Graag willen wij dank brengen aan het kollege en ook aan de ambtenaren van de
gemeente voor het vele werk wat verricht is.
De groei van het ambtenarenkorps loopt - zoals we in de nota van aanbieding heb
ben kunnen zien - duidelijk niet parallel met de groei van de bevolking.
Ik denk dat de toename van het werk voor een deel opgevangen is door mechanisatie
In dat kader zou ik U in overweging willen geven om, waar we dikwijls nogal om
vangrijke rapporten, begrotingsboeken enz. toegestuurd krijgen, te bezien of het
niet zinnig en de moeite waard is, over te gaan tot de aanschaf van een zogenaamde
verzamelaar, waardoor het met de hand verzamelen tot boekwerken - een vervelend,
geestdodend karwei voor het personeel - zou kunnen worden ondervangen. De kosten:
■f f 1500
Misschien ontstaat de indruk, voorzitter, dat deze algemene beschouwingen een
wat kritische teneur hebben. Toch wil dit niet zeggen, dat niet veel positiefs is
gebeurd en dat dat door onze fraktie ook niet wordt onderkend.
Het is echter - gegeven de mogelijkheden van dit moment - zó, dat we ons beperkt
hebben tot wat kritische geluiden om zo veel mogelijk onze kontrolerende en bij
sturende funktie als gemeenteraadsfraktie -recht te kunnen doen.
Voorzitter: het oude Vlaams gezegde, aanvang van het verhaal, luidde: zo wij
peysen, zo wij reisen.
Mét deze algemene beschouwingen heb ik U vanuit onze fraktie verteld hoe wij er
over peysen. Graag mag ik U voor 1976 een goede reis toewensen! Onder het motto:
het beste samen!
Hierna verkrijgt raadslid Schreinemachers het woord. Hij spreekt als volgt:
Mijnheer de Voorzitter. Bij het terugzien op de maandelijkse "happenings", ik
vertaal, vergaderingen, die wij het afgelopen jaar mochten bijwonen, bekruipt mij op
deze eerste vergadering van het nieuwe jaar de verleiding om kort te zijn. Een
verleiding, mijnheer de voorzitter, waarvoor ik maar al te graag eens een keer
zwicht. De vele lange betogen die we het afgelopen jaar deden of moesten aanhoren
leidden er namelijk toe dat we niet altijd even goed naar elkaar luisterden.
Ik hoop dat er dit jaar door een kritischer opstelling ten opzichte van onszelf
een meer constructieve geest binnen Uw Raad kan groeien, waardoor wellicht iets
van het gezellige, dat het raadswerk eens kenmerkte, kan terugkeren. Ik ben blij te
horen, mijnheer de voorzitter, dat ik in deze met de heer Joosen op hetzelfde
spoor zit.
Bij Uw aanbiedingsnota, mijnheer de voorzitter, zou ik voorlopig enige kantteke
ningen willen maken.
-17-