-22-
Ten aanzien van de Centrale Antenne Inrichting zegt spreker, dat na aanleg
van het koppelnet met bekwame spoed gewerkt is aan het aansluiten van de
eerste "witte plekken"De gebieden Zandgouw-Willebrordstraat en Echbronk-
Varendonk zijn reeds aangesloten.
Thans wordt het gebied Adriaan Oomenstraat-Mortelweg aangesloten. De proce
dures, te hanteren voordat tot aansluiting kan worden overgegaan, zoals bijv.
het enquêteren, zijn erg tijdrovend. Daar tussendoor wordt een onderzoek
verricht naar het gebruik van de juiste materialen. Door het gebruik van an
dere dan de toe.gestane materialen ontstaan er storingen.
Tenslotte zegt hij te proberen een antwoord te geven op de kwestie rond het
gemeenschapshuis "'t Web". De cijfers over 1975, die Uw raad heeft gekregen,
zijn het college bekend sedert woensdag j.l. Ditzelfde geldt ook voor de be
groting 1976. Wij hebben geen enkele mogelijkheid gezien om in die tussen
liggende periode het cijfermateriaal te analyseren. De voorzitter stelt de raad
voor om deze kwestie in de vergadering van februari of maart te behandelen.
Het is niet verantwoord om op basis van vermoedens een uitspraak ter zake te
doen, aldus spreker.
Voorts zegt hij, dat de raming, die door raadslid Joosen is gemaakt, niet he
lemaal juist is. De geldlening, die aan 't Web is verstrekt, dient niet mee
gerekend te worden. Tegenover deze geldlening staat n.l. de betaling van
aflossing en rente.
Het restant-tekort komt dan op 67.335,voor wat betreft onze begroting 1976.
Hij voegt hieraan toe, dat het om zodanig gecomprimeerde samengevatte)
cijfers gaat,dat daarover thans nauwelijks te discussiëren is. Daarvoor is een
analyse noodzakelijk.
Hierna geeft de Voorzitter het woord aan wethouder Oomen.
De wethouder zal onderwijs, sociale zaken etc. behandelen.
Wethouder Oomen zegt, dat'er ten aanzien van sociale zaken opmerkingen zijn ge
maakt door de raadsleden Braat, Joosen en van Overveld.
De raadsleden Joosen en Braat stemmen in met een sociale kontrole.
Raadslid van Overveld denkt er wat genuanceerder over. Hij is waarschijnlijk
aan de hand van de aanbiedingsnota tot de konklusie gekomen, dat het percen
tage van fraude waarschijnlijk maar 1% bedraagt.
Wethouder Oomen zegt hier voorzichtigheidshalve bij te moeten vermelden, dat 1%
toch niet mis is als het over een zaak van miljarden gaat. Hij stelt, dat de
fraktievoorzitters het eens zijn met het college inzake de professionalisering
van het maatschappelijk werk, alhoewel dit onderwerp door raadslid Joosen niet
zo is benadrukt.
-23-