-27-
Raadslid van Overveld dankt de voorzitter voor de zeer komplete beantwoording
en de gedane toezegging namens het college.
Hij vraagt of een eventueel aan te trekken part-time beroepskracht, waarover
hij in het kader van de gemeentelijke informatie heeft gesproken, mede het inforina
tiecentrum zou kunnen bemannen.
Voorts zegt hij, dat de "verzamelaar" een dusdanige omvang heeft, dat hij hem
wel eens zal laten zien.
Namens zijn fraktie zegt hij blij te zijn met het door wethouder Oomen toege
zegde overleg ter zake van het maatschappelijk werk.
Is het mogelijk om de resultaten van het onderzoek met betrekking tot de be
jaarden aan de raadsleden beschikbaar te stellen?
De opmerking ten aanzien van de lijst van 100 c.q. 75 punten is niet naar aan
leiding van de sauwelavond gemaakt. Hij vraagt of het de bedoeling is, dat een
dergelijke lijst slechts voor een bepaalde periode wordt ingevuld. Tenslotte
vraagt hij of de mogelijkheid open blijft, dat raadslid van Westhreenen-Herlaar
een weerwoord kan geven op de opmerkingen inzake het gemeenschapshuis 1t Web.
De Voorzitter zegt, dat met betrekking tot de tijdschrijvingvoor de verde
ling van kosten in begroting en rekening éen vastlegging van de feitelijke ge
gevens noodzakelijk is. Overigens zijn een aantal gegevens ook nodig voor de
werkplanningVersterking van informatie zal, voor zover mogelijk, dienen te
geschieden. Dit kan gebeuren via uitgebreide berichtgeving in "Allerlei";
In de redaktie Van "Allerlei" heeft een ambtelijk vertegenwoordiger zitting.
Ook van gemeentezijde zal aan deze informatiebron meer aandacht moeten worden
besteeds Of zulks moet leiden tot aanstelling van een beroepskracht, wordt
betwijfeld. Dit zal in college-verband moeten worden bezien.
Wethouder Oomen veronderstelt, dat er geen enkel bezwaar zal bestaan tegen het
beschikbaar stellen van de nota "Bejaardenwerk" aan de raad.
Raadslid Schreinemachers zegt op zijn vraag inzake de muziekschool een onbevredi
gend antwoord te hebben gekregen, Naar zijn mening zal de muziekschool relatief
positief reageren op de nieuwe regeling. Het lijkt hem verstandig om een af
schrift van de ontwerp-regeling reeds nu aan de raadsleden te doen toekomen.
Hij vraagt zich overigens af waarom de oorspronkelijke subsidieregeling de
mist is ingegaan. Hij wil hier de konkrete vraag aan verbinden: Is er enig
onderzoek gedaan naar het waarom? Zou dit kunnen liggen aan het feit, dat er
inzage in het inkomen gegeven moet worden? Hij vreest n.l. dat bij verhoging
van de drempels het uiteindelijke effect nagenoeg nihil zal zijn.
-28-