GEMEENTE
TETERINGEN
Raadsvergadering 24 februari 1976 Agenda nr. 4
Beëdiging van het raadslid Mevrouw J.M.M. Bremer-Bosch.
Teteringen, 17 februari 1976.
Aan de Raad,
Op 27 januari j.l. is door Uw raad besloten tot toelating van mevrouw
J.M.M. Bremer-Bosch als lid van de gemeenteraad. In artikel 45 van de ge
meentewet is bepaald, dat het raadslid bij het aanvaarden van zijn functie
in handen van de voorzitter een zuiverings- en ambtseed (c.q.belofte) moet
afleggen. De tekst van de eed (verklaring en belofte) van zuivering luidt
als volgt:
"Ik zweer (verklaar)dat ik, om tot lid van den Raad te worden benoemd,
"directelijk of indirectelijk, aan geen persoon, onder wat naam of voor-
"wendsel ook, eenige giften of gaven beloofd of gegeven heb. Ik zweer
"(beloof), dat ik om iets hoegenaamd in die betrekking te doen of te laten,
"van niemand hoegenaamd eenige beloften of geschenken aannemen zaldirec—
"telijk of indirectelijk, zoo waarlijk helpe mij God almachtigI (Dat ver
klaar en beloof ik!)".
Van de ambtseed (belofte)die aansluitend wordt uitgesproken, luidt de
tekst als volgt:
"Ik zweer (beloof) trouw aan de Grondwet en aan de wetten des Rijks, en
"dat ik de belangen der gemeente Teteringen met al mijn vermogen zal voor
staan en bevorderen. Zoo waarlijk helpe mij God almachtig! (Dat beloof ik!)".
De aflegging van de voorgeschreven eden (beloften) is voorwaarde voor de uit
oefening van het ambt. Mevrouw Bremer-Bosch zal tot het afleggen ervan worden
uitgenodigd.
Burgemeester en wethouders van
Teteringen,
Aarts burgemeester.
Mertens secretaris.