Artikel 3«
Geen subsidie wordt verleend als de instelling niet bereid is
haar diensten beschikbaar te stellen voor alle groeperingen der
bevolking, zonder onderscheid naar godsdienstige of politieke
gezindheid.
n
Artikel A-.
1. Een subsidie wordt voor een jaar toegekend.
2. Het ingevolge het eerste lid toegekende subsidie wordt, af
hankelijk van de in artikel 11, lid 5» bedoelde vaststelling,
uitbetaald tot ten hoogste het bedrag, dat daarvoor in de
goedgekeurde gemeentebegroting is opgenomen.
3. Indien de exploitatierekening der instelling, met inbegrip
van het gemeentelijk subsidie, een batig saldo aanwijst,
wordt dit saldo, voor zover dit het bedrag van het subsidie
niet overtreft, onder een apart hoofd van de kapitaalrekening
en de be-lans verantwoord. Beschikking over het aldus verant
woorde bedrag behoeft de toestemming van burgemeester en wet
houders
4. Indien het eigen vermogen van een instelling meer bedraagt
dan redelijkerwijs voor het verrichten der werkzaamheden van
de instelling noodzakelijk is te achten, kunnen burgemeester
en wethouders op het subsidie een korting toepassen van ten
hoogste 50%.
Artikel 5«
Indien een instelling duurzame goederen heeft aangeschaft,
moeten deze als activa in de balans worden opgenomen.
Artikel 6.
Indien een instelling wordt opgeheven dient het bestuur daarvan
onmiddellijk kennis te geven aan burgemeester en wethouders;
aan een eventueel batig liquidatiesaldo dient een bestemming te
worden gegeven, welke zoveel mogelijk overeenkomt met het doel
en de werkzaamheid van de instelling. Deze bestemming is onder
worpen aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders.