Artikel 1~3.
De instelling verstrekt aan "burgemeester en wethouders of aan
de door hen aan te wijzen ambtenaren alle inlichtingen, desge
wenst schriftelijk, welke nodig zijn voor de beoordeling van
de doelmatigheid van de door haar verrichte werkzaamheden. Zij
volgt de aanwijzingen op, welke haar in het belang van een doel
matig beheer en een goede administratie door of vanwege burge
meester en wethouders worden gegeven.
Artikel 1A.
1. Indien het gemeentebelang daartoe aanleiding geeft, kan de
gemeenteraad toezicht op de handelingen der instelling doen
uitoefenen door benoeming van één of meer gemeentelijke
commissarissen, die geen lid van het bestuur der instelling
zijn.
2. Ten aanzien van de gemeentelijke commissarissen gelden de
volgende regels:
a. de commissaris houdt namens de gemeente toezicht op de
handelingen van het bestuur der instelling;
b. de commissaris is bevoegd tot bijwoning van alle bijeen
komsten van het bestuur, van de ledenvergaderingen of van
welke andere verenigingen of bijeenkomsten der instelling
ook en heeft het recht aan de besprekingen deel te nemen;
de instelling draagt zorg, dat hij tijdig tot alle voren
genoemde bijeenkomsten en vergaderingen wordt opgeroepen;
c. alle inlichtingen, die hij voor een goede uitoefening van
zijn taak behoeft zullen hem vanwege de instelling, zowel
in die bijeenkomsten als daarbuiten, worden verstrekt;
met name kan hij te allen tijde inzage verkrijgen in de
notulen van bijeenkomsten en vergaderingen;
d. hij is gehouden om, wanneer hem blijkt, dat de voorwaarden
en bepalingen, waaronder aan de instelling financiële steun
is verstrekt, niet worden nageleefd of dat zich overige
omstandigheden voordoen, waardoor de belangen der gemeente
zijns inziens kunnen worden geschaad, daarvan onmiddellijk
kennis te geven aan burgemeester en wethouders, onder op
gave der feiten, die hem daartoe aanleiding geven;
e. hij dient schriftelijk van bericht en raad op alle door
burgemeester en wethouders daartoe aan hem gerichte stuk
ken;