-13-
De voorzitter bedankt de raad voor het feit, dat hij zo diep op deze zaak is
ingegaan, zij het dat de naar voren gebrachte geluiden verschillend zijn. In de
nota is getracht de raad een stuk informatie te geven. Ook zijn de bij het
college ter zake gerezen vraagtekens in de nota opgenomen. Deze kwestie is nog
niet rijp voor besluitvorming, doch wel voor een meningspeiling. De afwijking
met het oorspronkelijke plan is de introducering van de bowlingbanen. Daarnaast
is de afmeting van de hal duidelijk toegenomen. Tijdens de eerste mondelinge
kontakten is gesproken over een afmeting van 30 x 40 m en 40 x 40 m. Dit heeft
ertoe geleid, dat de situering steeds is gedacht in het gedeelte 'tussen de op
het sportveldencomplex reeds aangelegde grasbaan en het halfverharde veld, daar
waar de pompput ligt. De kriteria voor de lengte van de hal vormden de afstand
van de pompput tot de grens van de gemeentelijke eigendommen. Door de uitbreiding
van de lengte bleek de realisering aldaar fysiek niet meer mogelijk. De
situering is toen achterwaarts verlegd, voor een gedeelte over het paardensport
terrein. Deze situering is uit landschappelijk en planologisch oogpunt gunstiger.
Op dit moment is er een totaal ander plan voorhanden dan dat van begin juni
1975. Het plan voor de introductie van bowlingbanen is eerst eind 1975 gelan
ceerd. De realisering van de bowlingbanen heeft beslist invloed op het totale
plan, met name voor wat betreft de horecaexploitatieNaar zijn mening neigt een
exploitatie van bowlingbanen meer naar een volledig horecabedrij f dan de
exploitatie van een sportkantine. Hierbij kan men zich afvragen of het wenselijk
is een dergelijk bedrijf, i.e. een volledig cafébedrijf op het sportvelden
complex te situeren. Zullen de sportverenigingen een dergelijke hal wel als
een eigen "home" ervaren? Hij vraagt zich met de heer Schreinemachers af of
het doen ontstaan van een zekere onrust en een verkeerstoename aldaar planolo
gisch verantwoord is. Binnen de raad bestaat het verlangen om met de initiatief
nemer nog eens te overleggen of realisering van het oorspronkelijke plan
mogelijk is, zo konstateert spreker. Ondanks de financieringsmogelijkheden is
het voor de gemeente toch belangrijk te weten of de exploitatie van de hal
kans van slagen heeft. Het is bekend, dat via de erfpacht voorkomen dient te
worden, dat de hal bij een onrendabele exploitatie voor andere doeleinden wordt
aangewend. Door de voorschriften van het bestemmingsplan en door uitgifte van
de grond in erfpacht is een ongewenst gebruik van het gebouw niet mogelijk. Een
van de voorwaarden van de erfpacht is n.l., dat bij beëindiging van de erfpacht
de eigendom zonder enige vergoeding overgaat naar de grondeigenaar. De gemeente
is er echter niet zo op gesteld om eigenaar van zo'n hal te worden. Dan immers
komt de gemeente voor problemen te staan. Bovendien bestaat er een zekere
morele verplichting ten opzichte van de initiatiefnemers. Hij zegt het met de
gemaakte opmerking eens te zijn, dat een partikuliere hal niet behoeft te vol
doen aan alle N.S.F-eisen.
-14-