VERSLAG
van het vragenhalfuur na de raadsvergadering
van 24 februari 1976 in het gemeenschapshuis
't Web.
De heer Felet meent, dat de teneur van de nota inzake de bouw van een
sporthal heel anders zou zijn geweest wanneer in het chronologisch overzicht
de datum van 6 augustus 197 5 was genoemd. Op die datum heeft n.l.- een
gesprek plaatsgevonden met de burgemeester, wethouder Gerits, spreker en nog
twee heren inzake de bouw van een hal met 4 banen, zonder kantine, zonder
kleedgelegenheid en zonder doucheaccommodatie ter grootte van 68 x 38 m.
In dit gesprek is de mogelijkheid besproken om er een kleine kantine met de
nodige accommodatie aan toe te voegen.
Hierdoor bleek een aanpassing van het plan noodzakelijk. Om een en ander
te kunnen realiseren, moest de lengte van de hal worden uitgebreid tot 83 m.
Een kleine sporthal is onmogelijk rendabel te maken. Daarom heeft spreker
besloten tot de bouw van een hal met 4 banen. Hij zegt sterk de indruk te
hebben, dat een aantal leden van de raad ter zake niet geïnformeerd is.
Burgemeester Aarts zegt, dat hij zonder problemen de raad over de maatvoering
van het oorspronkelijke plan zal informeren. Aan de hand van schriftelijke
gegevens is de nota opgesteld. Hem kan dus geen onjuiste informatieverstrek
king worden verweten. Hij vraagt zich af of men zich wellicht vergist heeft
in de destijds gemaakte exploitatieopzet bij het oorspronkelijke plan.
Het is nodig, dat de vragen die in de raad zijn gesteld in een volgend gesprek
met betrokkene worden doorgenomen.
De heer Felet zegt graag de gelegenheid te krijgen om de gehele raad te in
formeren over de uiteindelijke keuze voor het huidige plan.
Burgemeester Aarts meent, dat hiertegen geen bezwaar zal bestaan.
De heer Wagtendonk vraagt of het tiental klachten over de beeldontvangst bij de
gemeente is binnengekomen. Hij wijst nog op de klachten, die bij de onderhavige
stichtingen zijn ontvangen en die als één klacht aan de gemeente zijn doorge
geven. Het gaat hem echter niet om storingen, maar om de ontvangst.
Burgemeester Aarts antwoordt, dat via nameting eventuele oneffenheden aan het
licht zullen komen.
Hierna sluit burgemeester Aarts het vragenhalfuur.
