GEMEENTE
TETERINGEN
Raadsvergadering 30 maart 1976.
Agendanrj
Voorstel tot het herzien van het besluit tot voorlopige vaststelling van de
uitgaven voor het openbaar kleuteronderwijs over het jaar 1974.
Aan de Raad,
Ingevolge artikel 47 van de Kleuteronderwijswet heeft Uw raad bij besluit
van 25 november 1975 voor de openbare kleuterschool voorlopig vastgesteld:
a. het bedrag, dat de gemeente in het afgelopen kalenderjaar werkelijk heeft
uitgegeven voor onderhoud, verlichting, verwarming en schoonhouden van de
kleuterschool
b. het totaal bedrag, dat als rijksvergoeding, berekend per lokaal, is beschik
baar gesteld;
c. het verschil tussen de onder a en b bedoelde bedragen;
d. het bedrag, dat de gemeente in het voorafgaande kalenderjaar werkelijk heeft
uitgegeven wegens onderhoud van schoolmeubelen, ontwikkelingsmateriaal en ter
verzekering van de goede gang van het onderwijs;
e. het totaal bedrag, dat als rijksvergoeding, berekend per kleuter, beschik
baar is gesteld;
f. het verschil tussen de onder d en e bedoelde bedragen.
Voor de bepaling van het bedrag onder a is angegaan wat de gemeente voor de hier-
bedoelde exploitatiekosten over 1974 werkelijk heeft uitgegeven. Door Uw raad
is het bedrag voor verlichting, verwarming en schoonhouden van schoolgebouwen
voorlopig vastgesteld op 1.162,09.
Thans blijkt echter, dat voor deze post f. 1.022,09 is uitgegeven.
Wij 'stellen U dan ook voor Uw besluit van 25 november 1975 in deze zin te
herzien. De voorlopige vaststelling van deze bedragen wordt definitief door
de vaststelling van de gemeenterekening door Gedeputeerde Staten.
Teteringen, 12 maart 1976.
Burgemeester en wethouders van
Teteringen,
Aarts
burgemeester
Mertens
secretaris.
vGu/GG.