-5-
Inzake par. 2 zegt hij namens zijn fraktie blij te zijn met het goede kontakt
tussen de Stichting Kunstzinnige Vorming Oosterhout en het gemeentebestuur
en met de aangebrachte verbeteringen van de bedragen in de betreffende regeling.
Zijn fraktie verklaart zich uitdrukkelijk akkoord met het voorstel om subsi
diëring van het Filmhuis voor 1976 te continueren.
In par. 3 resp. 4 van hoofdstuk VII wordt het subsidie geregeld voor de
vereniging voor Katholieke Gezinsvoogdij en Patronage te Breda en de vereniging
voor kinderbescherming in het bisdom Breda. Deze verenigingen gaan op korte
termijn een fusie aan. In 1976 zullen ze onder een nieuwe naam gaan werken.
Het werkgebied van de vereniging voor Kinderbescherming wordt verlegd naar de
regio Roosendaal - Bergen op Zoom. Het werkterrein van de vereniging voor
Katholieke Gezinsvoogdij en patronage omvat de regio Breda. Gezien deze
wijzigingen pleit hij voor een aanpassing in de verordening. Hij vraagt hierna
waarom het subsidie van de vereniging voor katholieke gezinsvoogdij en patronage
en de vereniging voor kinderbescherming berekend wordt op basis van de kost
prijs per pupil - na aftrek van het rijkssubsidie-, terwijl de vereniging
Pro Juventute een subsidie ontvangt van 10,per pupil. Gezien de gelijk
soortige werkzaamheden van deze verenigingen pleit hij voor een gelijke
subsidiëring. Ditzelfde geldt ook voor de in par. 1 van hoofdstuk 8 genoemde
Stichtingen voor school- en beroepskeuze.
Voorts is het zijn fraktie opgevallen, dat er een bijzondere regeling ontbreekt
voor de vereniging Rijdt met Beleid en de Ponyclub.
Raadslid Braat zegt namens zijn fraktie zijn waardering te willen uitspreken
voor de vele werkzaamheden, die geresulteerd hebben in de voorliggende stukken.
Inzake het bepaalde bij art. 3 vraagt hij zich af welke lijn gevolgd zal worden
bij die groeperingen, die op puur religieuse grondslag zijn gebaseerd. Voorts
zegt hij moeite te hebben met punt 3 van artikel 4. Zijn fraktie vreest, dat
deze bepaling zal ontaarden in bureaucratie.
Verder vraagt hij wat de omschrijving van de op blz. 10, in art. 2, het
Medisch Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs te Breda, genoemde provinciale-
en rijkssubsidie inhoudt. Dit is belangrijk om de hoogte van het gemeentelijk
subsidie te kunnen bepalen. Overigens zegt hij aan te nemen, dat daar, waar
in de toelichting is vermeld dat geen subsidie is aangevraagd, automatisch de oude
subsidiebedragen worden gehanteerd.
Verder zegt hij graag een nadere uitleg te ontvangen van het in hoofdstuk III
gestelde, waarbij subsidie wordt verleend aan de Dierenbescherming Breda naar
rato van het aantal zwerfdieren, dat de afdeling in enig jaar in deze gemeente
ophaalt. Namens zijn fraktie zegt hij het gestelde, dat met 50% van de in
komsten van de afdeling uit kontributies, giften en koliekten bij de subsidie
bepaling rekening wordt gehouden een onevenwichtig element te vinden.
-6-