bezwaarschrift alle facetten omvat, waarmee het plan te maken heeft c.q. krijgt, zegt hij aan de hand daarvan zijn betoog tegen realisering van déze opzet van het plan te willen houden. Reclamanten merken op, dat het onderhavige bestemmingsplan geen onderdeel is van een totaal-ontwikkelingsplan van de gemeente. Het college is op geen enkele manier fundamenteel ingegaan op de uitgebreide bezwaren van de Studiegroep. Er is nooit enige studie verricht aan en er is nooit voldoende openheid gegeven over het toekomstige beleid met betrekking tot het totale ontwikkelingsplan, laat staan een diskussie hierover binnen de raad. Uit de brief d.d. 11 november 1975 van het provinciaal bestuur van Noord-Brabant aan de raad van de gemeente Teteringen inzake het bestemmings plan "Buitengebied 1974" citeert hij het volgende: "Overwegende, dat een gedeelte van het plan ten westen van de kern van Teteringen en ten noorden van de grens met de gemeente Breda is aangewezen tot agrarisch gebied zonder bebouwing; dat het betreffende gebied, gezien de min of meer nabije ligging van de noordelijke stadsuitbreiding van Breda en van de kern van Teteringen, moet worden beschouwd als een gebied dat een bufferfunktie vervult tussen de woongebieden en dat uit hoofde van die funktie het betreffende gebied open gehouden dient te worden; dat hier mee op geen enkele wijze een uitspraak wordt gedaan omtrent de mogelijke uitleg van de kern van Teteringen naar de westzijde, aangezien zowel in behoefte als in mogelijkheden nog onvoldoende inzicht bestaat; dat naar het oordeel van hun college de aan dit gebied toe te kennen bufferfunktie overweegt boven de andere belangen, hetgeen overigens overeenstemt met het standpunt, ingenomen bij hun beslissing van 15-5-1968 inzake het bestem mingsplan "Landelijk Gebied 1966" van de gemeente Teteringen". In dit gebied weegt dus de bufferfunktie zwaarder dan andere belangen, zo konkludeert spreker. Bij een plan als "Het Kerkeind" is een exploitatieopzet onmisbaar. Tegen het ontbreken hiervan is scherp bezwaar gemaakt. Eerst vorige week is er een beknopte exploitatiebegroting aan betrokkenen toegezondenIs het college zich ervan bewust, dat deze handelwijze in strijd is met art. 7, lid 3, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Deze exploitatieopzet kon niet meer in de kritiek en de bezwaren van velen tegen het plan "Het Kerkeind" worden opgenomen. De historische en stedébouwkundige betekenis van het dorp Teteringen als voorstede is naar zijn mening van zeer grote waarde; naar de mening van het college van betrekkelijke waarde. De uitspraak van het college, dat de verschillende "boerenhoeven", die de karakteristiek van de gemeente bepalen, niet in of in de direkte omgeving van het plan "Het Kerkeind" worden aangetroffen, bestrijdt hij.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 86