gemeentebestuur schermt continue met de uitspraak, dat realisering van
het plan "Het Kerkeind" nodig is voor de opvang van de autochtone
bevolking. Door een ongebreidelde groei en het verkwanselen van grond in
Teteringen-Oost in het verleden kampt de gemeente met problemen als de
zeer gering geworden ruimtelijke mogelijkheden voor woningbouw en door de
daarmee gepaard gaande bevolkingsgroei een aanzienlijk groter aantal op
te vangen autotochtonenDit beleid wil het gemeentebestuur nu verhalen
op de echte autochtonen, n.l. diegenen, die in Teteringen geboren en ge
togen zijn. Dit is onaanvaardbaar. Als de gemeente fouten maakt, zal zij
de consequenties gedeeltelijk zelf moeten dragen.
Tenslotte vraagt hij naar de resultaten van het overleg tussen Breda en
de randgemeenten inzake het ontwerpplan "Het Kerkeind"
De voorzitter interrumpeert raadslid Maes met de opmerking, dat in de
bedoelde brief van Breda en de randgemeenten aan het provinciaal bestuur
het aantal te bouwen woningen aan de orde is gesteld.
Raadslid Maes zegt, dat de opstelling van Teteringen ten opzichte van
de regio niet positief is overgekomen. De op de hearing gemaakte op
merking: "Wij zijn hier in Teteringen; wij doppen onze eigen boontjes
wel" vindt hij niet korrekt. Naar zijn mening dient er wel degelijk met
de groeistad Breda en de omliggende gemeenten rekening te worden ge
houden.
Hij zegt te hopen, dat hij met zijn betoog zijn afwijzing tegen de huidige
opzet van het plan voldoende heeft beargumenteerd en zegt bereid te zijn
naar andere oplossingen te zoeken.
Raadslid van Overveld zegt te spreken namens de grootst mogelijke meerder
heid van zijn fraktie. Raadslid Maes heeft dus voor zichzelf gesproken,
aldus raadslid van Overveld. Gezien de adequate behandeling van de 76
bezwaarschriften lijkt hem een woord van hulde op zijn plaats. 43 Bezwaar
schriften zijn gericht tegen het voor een deel verloren gaan van de
bufferfunktie, 23, die bezwaar maken op grond van het eigen bedrijfsbelang
of dat van anderen, 15, die bezwaar aantekenen tegen het verloren gaan
van de sfeer van het dorp en 14, die bezwaar maken tegen de ontsluiting
van het plan via de Groenstraat. Onze fraktie meent te kunnen zeggen,
dat het college in redelijkheid aan een flink aantal bezwaren tegemoet
is kunnen kcmen, en dat verheugt ons zeer. Toch moeten er vanuit onze
fraktie nog een aantal opmerkingen worden gemaakt ten aanzien van het
voorliggende pre-advies. Hij meent, dat door het college net betrekking
tot de ontsluiting naar de Groenstraat ten onrechte de suggestie wordt
gewekt, dat op enigerlei wijze tegemoet wordt gekomen aan het bezwaar
van een 14-tal personen tegen die ontsluitingsweg. De aangebrachte
