menging van agrarisch met partikulier verkeer geen probleem te zijn.
Het heeft weinig zin cm de motivatie van het college tot ongegrondverklaring
van het bezwaarschrift van de Studiegroep Groenstraat nogmaals naar voren
te brengen. Uit het bezwaarschrift van de Studiegroep Groenstraat blijkt een
stuk wantrouwen. Bezwaarden geven immers te kennen, dat zij van een geluids
band gebruik hebben gemaakt. Daarmee wordt gesuggereerd: "durf het eens
anders te zeggen; het bewijs héb ik, want het staat op de band". Op deze wijze
wordt ieder gesprek onmogelijk. Hij zegt niet te zullen ontkennen, wat hij
op de informatieavond heeft gezegd. Dat behoeft ook niet verwacht te worden.
Hij zegt, dat hij vertrouwen jegens zijn persoon mag claimen.
De voorzitter vraagt hierna of over het voorstel gestand dient te worden.
Raadslid Maes vraagt schriftelijke stemming.
De voorzitter antwoordt, dat over zaken mondeling moet worden gestemd.
Na gehouden stemming blijkt, dat het voorstel van burgemeester en wet
houders tot vaststelling van het bestemmingsplan "Het Kerkeind" is aanvaard
met 8 stemmen vóór en 1 stem (raadslid C. Maes) tegen.
8. Standpuntbepaling inzake de herwaardering van het streekplan West-Brabant.
Raadslid van Overveld zegt namens zijn fraktie de standpuntbepaling van
het college te kunnen onderschrijven.
Hij vraagt waarom het college het niet eens is met een uitbreiding van de
dagrekreatie
De Voorzitter antwoordt, dat het college tegen uitbreiding van dagrekrea-
tieve voorzieningen is, maar niet tegen de rekreatieve funktie van het
gebied als zodanig.
Raadslid Schreinemachers vraagt zich af of in deze standpuntbepaling niet
ook een opmerking gemaakt dient te worden over het tracé van de Midden-
Brabant route.
De Voorzitter zegt, dat naar hij vernomen heeft deze route is kernen te
vervallen. Deze weg zal dan ook waarschijnlijk niet meer opgenomen worden
in een eventueel herschreven streekplan.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders.
9. Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet ten behoeve van de ver
harding van een gedeelte van de Tilburgsebaan.
Raadslid Schreinemachers zegt, dat deze kwestie ongeveer een half jaar
geleden in de vergadering van de Commissie Planologische Maatregelen aan
de orde is geweest. Hij heeft zich in die vergadering uitdrukkelijk verzet
tegen een verharding, daarbij stellend, dat hij ondanks het bedrijfsbelang
van de agrariër in kwestie bezwaren heeft tegen een verharding, bezwaren
die gelegen zijn in het rekreatieve vlak.
