G E M E E N T E
T E T E R I N G E N
Raadsvergadering 27 april 1976.
Agendanr. 6
Behandeling van de brief van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant d.d.
24 maart 1976 rret betrekking tot de standpuntbepaling inzake een gedeelte
van het bestemmingsplan "Oosterhoutseweg - Heistraat".
Aan de Raad,
Van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant heeft ons college een brief
ontvangen, gedateerd 24 maart 1976, G nr. 227.513, afdeling II, in
houdende een verzoek cm ten aanzien van de door de heer Albada Jelgersma
gewenste kleedruimte annex berging bij zijn zwembad aan de Heistraat het
ter zake ingenomen standpunt nader te willen bezien.
Aan het college van Gedeputeerde Staten hebben wij intussen medegedeeld,
dat wij ter zake het gevoelen van Uw raad zullen inwinnen.
Te Uwer informatie zij medegedeeld, dat het terrein waar de kleedruimte
annex berging ten behoeve van het zwembad wordt gewenst, volgens het
door U d.d. 25 februari 1975 vastgestelde bestemmingsplan
"Oosterhoutseweg - Heistraat" de bestemming heeft van tuinen en erven.
Ter plaatse mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen
zijnde. De bedoeling van deze bepaling is te voorkomen, dat het bouwen
van vrijstaande bijgebouwen in het gehele als zodanig bestemde gebied
wordt vrijgelaten.
Uw standpunt in deze was, dat concentratie van bebouwing gewenst blijft
in het daarvoor op de plankaart aangewezen bebouwingsvlakWij merken
hierbij op, dat binnen het bebouwingsvlak de realisering van een kleed
ruimte annex berging mogelijk is.
Gaarne vernemen wij van U of U het eerder over deze aangelegenheid
ingenomen standpunt wenst te herzien.
De betreffende brief van Gedeputeerde Staten ligt voor U bij de raads
stukken ter inzage.
Teteringen, 21 april 1976.
Burgemeester en wethouders van
Teteringen,
Mertens
Aarts
burgemeester.
secretaris.
-24-