Artikel 4.
Het aantal vaste standplaatsen, dat op de markt mag worden uitgegeven,
bedraagt maximaal 15.
Burgemeester en wethouders kunnen bepalen, dat per branche een nader vast te
stellen aantal standplaatsen op de markt wordt uitgegeven.
Artikel 5.
De toewijzing van een vaste standplaats geschiedt door burgemeester en wet
houders
Artikel 6.
Het toewijzen van een andere dan een vaste standplaats geschiedt door een door
burgemeester en wethouders te benoemen marktmeester.
Artikel 7.
De marktmeester is belast met het aanwijzen van toegewezen standplaatsen.
Artikel 8.
Het is verboden een andere standplaats in te nemen dan door de marktmeester
is aangewezen.
Artikel 9.
Degene, aan wie een vaste standplaats is toegewezen, dient deze plaats uiter
lijk om 09.00 uur bezet te hebben, bij gebreke waarvan de marktmeester de
betreffende plaats voor die dag aan een ander toewijst, tenzij de rechthebbende
de marktmeester vóór dit uur onder opgave van redenen, welke hem beletten
tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.
Artikel 10.
Om voor een vaste standplaats in aanmerking te komen, is vereist, dat de aan
vrager aan en ten genoege van burgemeester en wethouders aangetoond heeft:
a. handelsbekwaam te zijn;
b. voldaan te hebben aan alle voorgeschreven publiekrechtelijke verplichtingen
op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie;
c. zich bij de marktmeester te hebben doen inschrijven op de sollicitantenlijst
d. de markt gedurende een onmiddellijk aan het tijdstip van aanvrage vooraf
gegane periode van 6 maanden bezocht te hebben, tenzij burgemeester en
wethouders een kortere periode vaststellen.
Artikel 11
Om voor een losse standplaats in aanmerking te komen, dient aanvrager aan en
ten genoege van de marktmeester aangetoond te hebben, dat hij aan de in artikel
10, sub a en b, gestelde eisen voldoet.