3. Ingekomen stukken. I. van Gedeputeerde Staten: a. goedkeuring van de begrotingen 1976 van de gemeentebedrijven en de algemene dienst; b. goedkeuring van de begroting van het Centraal Antennebedrijf voor het tijdvak 1 mei t/m 31 december 1975 en het dienstjaar 1976; c. goedkeuring van de 53e t/m 55e wijziging van de begroting 1975 van de algemene dienst; d. goedkeuring van de le t/m 5e wijziging van de begroting 1976 van de algemene dienst; e. goedkeuring van de le wijziging van de begroting 1976 van het gemeen telijk grondbedrijf; f. goedkeuring van het besluit van de raad van 9 maart 1976; g. weigering van de verklaringen van geen bezwaar als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, juncto artikel 50, lid 8 van de Woningwet voor de bouw van 50 woningwetwoningen; h. brief inzake snelheidsbeperking op de Oosterhoutseweg; II. diversen: a. brief van het Israël Comité Nederland, afd. Brabant, inzake de ver klaring omtrent het "niet-jood" zijn; b. "Geknipt voor het raadslid", nr. 6. Raadslid Maes vraagt naar de reden van de weigering door Gedeputeerde Staten van de verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, juncto artikel 50, lid 8 van de Woningwet voor de bouw van 50 woningwetwoningen. Het is jammer voor de Teteringse woningzoekenden, dat een aantal woningen nu niet gebouwd kan worden. Hij zou het betreurens waardig vinden wanneer Gedeputeerde Staten deze verklaring zouden hebben geweigerd op grond van een door de gemeente gemaakte juridische fout, i.e. het niet geven van publiciteit aan het voornemen om toepassing te geven aan bovengenoemde artikelen. Of is hieraan wel de nodige publiciteit gegeven? Is er een advertentie geplaatst in de krant of in de Staatscourant en in "Allerlei"? De Voorzitter antwoordt, dat de motieven van Gedeputeerde Staten voor deze weigering zijn vermeld in hun brief, luidende: "Aangezien nog niet vaststaat of de stedebouwkundige opzet van het plan aan vaardbaar is, vinden wij het niet juist om daarop met toepassing van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en artikel 50, lid 8 van de Woning wet te anticiperen. Zowel tegen het bestemmingsplan als tegen de voorgenomen anticipatie zijn bezwaren ingediend. Zolang wij deze bezwaren en het be stemmingsplan nog niet hebben kunnen beoordelen, achten wij het op dit mement niet juist cm aan het voorliggende bouwplan medewerking te verlenen". -4-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Teteringen - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 59