5. Voorstel tot het verkopen van grond.
Raadslid Maes zegt tegen de in het pre-advies sub 2 voorgestelde verkoop
van grond als zodanig te zijn, niet tegen de persoon van de koper. Naar
zijn mening behoort dit perceelsgedeelte tot de zeer weinig overgebleven
"groene" plekjes in Teteringen, waar het nog mogelijk is vrije aktiviteiten
te ontplooien. Het is hem bekend, dat dit perceelsgedeelte niet is bestemd
tot speelruimte, alhoewel dit in de praktijk vrij frequent het geval is.
Hij vindt, dat de speelkansen gewaarborgd moeten zijn en zelfs door de
gemeente beschermd en gestimuleerd moeten worden. Deze belangen moeten
prevaleren boven die van een café-restaurant.
Hij zegt graag hoofdelijke stemming over dit deel van het voorstel te willen
hebben.
Raadslid Braat zegt niet tegen verkoop van deze grond te zijn. Het verbaast
hem alleen, dat het voorstel de verkoop van ongeveer lk perceel betreft.
Wat gaat er met het resterende perceelsgedeelte gebeuren?
Raadslid Joosen stelt, dat het resterende perceelsgedeelte voor de thans
geldende grondprijs verkocht dient te worden. Het perceel dient niet voor
een zacht prijsje aan b.v. de Rabobank verkocht te worden.
De Voorzitter herinnert de heer Maes aan het plan "Kerkeind", waarin vol
doende speelruimte is opgenomen. Het creëren van speelruimte wordt door het
gemeentebestuur derhalve metterdaad gestimuleerd.
Er is overeenstemming bereikt met de Rabobank om het resterende perceelsge
deelte tegen de geldende grondprijs aan haar te verkopen.
Raadslid Joosen zegt niet te begrijpen hoe men reeds tot overeenstemming is
kunnen komen zonder tussenkomst van de raad, die uiteindelijk beslist over
een eventuele verkoop.
De Voorzitter antwoordt, dat er nog geen verkoop heeft plaatsgevonden.
Het college is slechts in onderhandeling getreden met de Rabobank over een
mogelijk verkoop tegen de thans geldende grondprijs. Partijen zijn tot over
eenstemming gekomen. Het college zal de raad spoedig een voorstel tot
verkoop van het betreffende perceelsgedeelte voorleggen.
Zonder diskussie en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het gestelde sub 1 van het voorstel van burgemeester en wethouders.
Na gehouden stemming met betrekking tot het gestelde sub 2 van het voorstel
van burgemeester en wethouders blijkt, dat dit gedeelte van het voorstel
is aanvaard met 10 stemmen vóór en 1 stem (raadslid Maes) tegen.
6. Behandeling van de brief van Gedeputeerde Staten d.d. 24 maart 1976 met
betrekking tot de standpuntbepaling inzake een gedeelte van het bestemmings
plan Oosterhoutseweg - Heistraat.
Raadslid Schreinemachers vraagt zich af wat er achter deze kwestie zou kunnen
zitten. Kennelijk zijn dat machinaties, die scmmige mensen op gang kunnen
-6-