Het is heel uitdrukkelijk de bedoeling om de jacht ondershands te verpachten
aan de bekende jagers uit Teteringen. De pachtprijs, die de gemeente op dit
moment hanteert, dateert van 1964. In dat jaar is de prijs met 100% verhoogd
van 0,50 naar 1,
Hij zegt het met de heren van Overveld en Joosen eens te zijn, dat het thans
een forse verhoging is. Men spreekt hier echter over een pachtprijs, die
jaarlijks moet worden opgebracht en die dan vastligt voor 6 jaar. Dus in dit
geval tot 1982.
Het college heeft gesteld, dat een redelijke opbrengst voor de gemeente nood
zakelijk is. Hij gelooft, dat het niet reëel is om te zeggen, dat het jacht
gebied in Teteringen zo bijzonder slecht is. Jagen behoeft beslist geen
lonende bezigheid te zijn, zo meent de voorzitter. Men handelt, zoals men
meent te moeten handelen. Dat geldt ook voor de agrariër, die het jachtrecht ver
pacht. Zo beschouwd behoeft de gemeente niet als prijsleider te worden gezien.
Naar de mening van het college zou de forse verhoging toch haalbaar moeten
zijn, temeer daar gesproken wordt over een prijs, die geldt tot 1982.
Raadslid van Overveld zegt, dat de voorzitter gelijk heeft, waar hij stelt,
dat de prijs, die thans voorgesteld wordt beslist niet de meest hoge is in den
lande. Gezien het te verpachten jachtgebied, dat evenzo beslist niet het meest
aantrekkelijke in den lande is, zegt hij bij zijn eerder ingenomen standpunt
te blijven, dat de prijs te hoog is. Het verheugt zijn fraktie, dat het college
wel voornemens is om ondershands te blijven verpachten. Gezien de te hoge prijs
voor verscheidene Teteringse jagers, zou dit het aantrekken van jagers van
elders in de hand werken en dat zint zijn fraktie allerminst.
Zijn fraktie zou dan ook graag bij amendement een wijziging in de prijs aan
brengen in dier voege, dat in plaats van 12,per ha de prijs voor de
komende 6 jaar op 6,wordt bepaald. Het amendement wordt conform het huis
houdelijk reglement gesteund door tenminste 2 leden van zijn fraktie.
Raadslid Joosen zegt het eens te zijn met het betoog van de heer van Overveld.
De Voorzitter zegt het, gezien het ingébrachte amendement, verstandig te vinden
om het voorstel van de agenda af te voeren en in de volgende raadsvergadering
hierop terug te komen. Hiertoe wordt besloten.
Voorstel tot het aangaan van vaste geldleningen.
Zonder diskussie en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders.