12
VERSLAG
van het vragenhalfuur na de vergadering van
de gemeenteraad op 22 juni 1976.
De heer Hoefsmit zegt, dat het voor de jager plezierig zou zijn wanneer hij
bij de opening van het jachtseizoen in het bezit was van de benodigde papieren
en kontrakten. Dit wordt echter door het afvoeren van het voorstel van de
agenda onmogelijk gemaakt.
Burgemeester Aarts stelt, dat in verband met het afvoeren van het agendapunt
ter zake naar de vergadering van 17 augustus in de periode van 24 juli tot
medio augustus formeel niet op eenden gejaagd zou mogen worden, hetgeen voor
het gemeentelijk jachtterrein niet van belang is.
De heer Hoefsmit zegt, dat de jager zonder de benodigde papieren niet gerech
tigd is zich met zijn geweer in een niet gepacht gebied te bevinden.
Burgemeester Aarts zegt, dat het merkwaardige feit zich voordoet, dat voor een
aantal huurders een aantal kontrakten reeds lang was geëxpireerd. Hij zegt zich
een voorlopige continuering van de huidige situatie te kunnen voorstellen.
De heer Hoefsmit zegt, dat de jagers jaar in jaar uit hebben geprotesteerd
tegen het feit, dat, ondanks de wilsovereenstemming over het kontrakt door de
gemeente nog steeds geen schriftelijk bewijsstuk is afgegeven.
Burgemeester Aarts zegt, dat de heer Hoefsmit uit de diskussie tijdens de ver
gadering heeft kunnen konstateren, dat de raad het niet eens is met de voor
gestelde prijswijziging. De raad heeft unaniem besloten cm in het belang van de
jagers het voorstel van de agenda af te voeren. De consequentie hiervan kan
inderdaad zijn, dat een ander belang van de jagers hiermee niet is gediend.
Raadslid van Overveld meent, dat de burgemeester terecht zegt, dat de oude
situatie gecontinueerd kan worden tot er nieuwe situaties zijn gecreëerd. Hij
zegt hier voor te zijn.
Burgemeester Aarts antwoordt, dat dit juridisch wel een verdedigbaar standpunt
is. Het college zal zo snel mogelijk de kwestie rond de Jacht regelen.
De heer van Keep vraagt of de voorzitter op de hoogte is van de enorme toename
van de stroperij in Teteringen. Zolang de jager geen papieren heeft, is het voor
hem onmogelijk om die stroperij te bestrijden.
Burgemeester Aarts antwoordt, dat stroperij een strafrechtelijke zaak is.
